Standpunten 2019-2023

ProgrammaProv

 1.  Inleiding

Bij verkiezingen gaat het voor ons over mensen. Over u en over mij. Over onze ouders, onze kinderen, onze buren, de leerkracht op de school, onze werkgever en onze werknemers. Verkiezingen gaan ook over de leefomgeving van mensen. Over wonen, over reizen met auto of openbaar vervoer, over recreëren, over landschap, groen en water, en ook over cultuur, musea en kerken. De ChristenUnie is een politieke partij van maatschappelijk betrokken christenen, die zich actief inzetten voor de maatschappij en op tal van plekken in de samenleving het geloof een stem geven. Die bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen voor en samen te werken aan een betere samenleving. De ChristenUnie wil zich inzetten voor de provincie Utrecht, om het goede te zoeken voor alle inwoners. Ook de komende vier jaar zetten we ons in voor de schepping die ons gegeven is, voor een rechtvaardige samenleving en voor een maatschappij waarin oog is voor ieder mens. 

1.1 Resultaten

Geloof een stem geven, dat was de belofte die we in 2015 deden aan onze kiezers. In de provincie Utrecht betekende dat vooral een bijdrage leveren aan een goed provinciaal bestuur. We zijn dankbaar dat we daaraan een mooie, herkenbare bijdrage mochten leveren namens de ChristenUnie. Er zijn veel zegeningen die we mogen tellen en ook graag delen.

Waar maakte de ChristenUnie echt het verschil? Schonere lucht werd een provinciaal speerpunt door de jarenlange inzet van de ChristenUnie. Zo werd Utrecht de eerste provincie die een ambitieuze Samenwerkingsagenda Luchtkwaliteit kon aanbieden aan het Rijk. Oude kerken en ander religieus erfgoed kwamen prominent op de agenda. Na een initiatief van de ChristenUnie kwam er specifiek beleid, een Utrechts Kennisplatform en kwam er meer geld beschikbaar voor restauratie. Bij mobiliteit kwam er veel meer aandacht voor de fiets en verkeersveiligheid. Landbouwverkeer en fietsers kunnen daardoor veiliger gebruik maken van onze provinciale wegen. Dankzij onze inzet blijft een schoolbus naar De Driestar in Gouda voorlopig rijden en sluiten ook op andere plekken OV, fiets en auto beter aan.

Bij goed bestuur gaat het niet alleen om de inhoud, maar ook om de manier waarop je dingen doet. De ChristenUnie vroeg daarom aandacht voor meer betrokkenheid van en betere communicatie naar inwoners. Bijvoorbeeld bij wegen of windenergie. De ChristenUnie gaf hoge prioriteit aan het verbeteren van toezicht en handhaving, vanwege de toename van vandalisme en criminaliteit. Integriteit en transparantie vroeg ook stevige inzet. Rapporten in 2018 rond ondermeer de Uithoflijn toonden aan dat hier een hoop mis ging. Dankzij onder andere de ChristenUnie werden deze onderzoeken mogelijk en kwamen steeds meer onderste stenen boven. Dit was niet altijd prettig, maar wel noodzakelijk.

Soms maakte de ChristenUnie achter de schermen het verschil in wat we ‘kleinere dingen’ kunnen noemen. Maar, toch van grote betekenis. Bijvoorbeeld in het duurzamer maken van ons eigen provinciehuis, op aangeven van een motie van de ChristenUnie. Door aandacht te vragen voor mensenrechten in China, als de provincie op missie ging. Door gemeenten te helpen bij de opvang en huisvesting van vluchtelingen. In debatten over het natuurbeleid hebben we aandacht gevraagd voor de aanpak van exoten en voor een verbetering van natuurcompensatie. We hebben met succes gepleit voor de aanwijzing van nieuwe aardkundige monumenten. Transitie van de landbouw bedenk je niet vanuit het provinciehuis, maar bij boeren aan tafel. Dankzij de inzet van de ChristenUnie krijgt ook dat een vervolg. Tot slot is er het lange verhaal rond hoogspanningsleidingen. Dankzij inzet van de ChristenUnie landelijk, provinciaal én lokaal wordt dit probleem nu eindelijk aangepakt.

1.2 Onze visie en missie

De ChristenUnie bedrijft politiek bij een open Bijbel.
Vertegenwoordigers van de ChristenUnie willen hun politieke keuzes maken als navolgers van Jezus Christus. Dat leidt tot een politiek van dienstbaarheid aan de samenleving, verdediging van geestelijke en politieke vrijheden en tot opkomen voor dat wat kwetsbaar is. De overheid is er volgens de ChristenUnie om het zwakke te beschermen, waar nodig regels op te stellen, en te handhaven, en vrede te stichten. De Bijbel roept ons op om recht te doen, trouw te zijn, en nederig de weg te gaan die God van ons vraagt (Micha 6:8).

De ChristenUnie zet zich in voor alle inwoners.
De inwoners van Utrecht vormen samen de provincie. Het provinciebestuur is er voor die inwoners. Een dienende houding zou wat de ChristenUnie betreft het bestuur moeten kenmerken. Wij geloven in een inclusieve samenleving, een samenleving waarin iedereen tot zijn recht kan komen. Ongeacht welke culturele achtergrond, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft, iedereen hoort erbij, we sluiten niemand buiten. We strijden tegen discriminatie en komen op voor hen die niet voor zichzelf op kunnen komen. Een ieder telt mee, een ieder doet mee, in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Mensen worden aangesproken op hun mogelijkheden, niet op hun beperkingen.

De ChristenUnie staat voor samen – leven
Een goed leven is een leven in verbondenheid, dat is het grondmotief van de ChristenUnie. Dien de samenleving, deel de vrijheid, bescherm het leven, vanuit dat appèl wil zij politiek bedrijven. En daarop wil zij ook zelf aanspreekbaar zijn. De ChristenUnie wil blijvend investeren in een samenleving met samenhang en vindt dat bestaande sociale verbanden zoveel mogelijk in stand moeten blijven. De overheid neemt de verantwoordelijkheid van andere maatschappelijke verbanden niet over, maar beschermt hun ruimte om hun verantwoordelijkheid te kunnen nemen en ondersteunt hen in die verantwoordelijkheid. De ChristenUnie spant zich ons in om de solidariteit tussen mensen te versterken. Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in de leefbaarheid van onze provincie. Zij zetten zich belangeloos in voor verbinding en solidariteit in onze samenleving. We waarderen vrijwilligers, mantelzorgers en maatschappelijke betrokkenheid in welke vorm dan ook. We zorgen voor elkaar, ook als dat een extra inspanning vraagt

1.3 Onze kernwaarden

Wij geloven dat God mensen tot bloei laat komen in relaties, als mensen samenwerken en voor elkaar zorgen. Deze dienstbare samenleving vraagt een betrokken, maar ook een bescheiden overheid. De ChristenUnie wil een overheid die er op gericht is dat mensen hun talenten kunnen ontwikkelen en in vrijheid verantwoordelijkheden kunnen nemen.
God maakt mensen verantwoordelijk door ze vrijheid te geven. Het is volgens ons de taak van de overheid om deze vrijheid te beschermen en te respecteren. Alle mensen hebben het recht om in vrijheid hun geloof en overtuiging te delen, met elkaar, met hun kinderen en in de samenleving.
Alle leven is Gods waardevolle gift. Daarom zetten wij ons in voor duurzame ontwikkeling van en een zorgvuldige omgang met heel Zijn schepping. Wij zetten ons in voor de waardigheid en de rechten van alle mensen: krachtig of kwetsbaar, geboren of ongeboren, nabij of veraf. 

1.4 Taakopvatting

De provincie heeft een aantal wettelijke taken, vooral gericht op de openbare ruimte en de economie. Dit komt weer samen in het omgevingsbeleid. Naast de wettelijke taken kan de provincie zelf bepalen welke taken zij wil aanpakken. Er is immers sprake van een open huishouding, zoals vastgelegd in artikel 124 van de grondwet. Een open huishouding betekent dat de provincie verder zelf mag bepalen welke onderwerpen zij wil oppakken. De basisgedachte van de provincie is wel dat een taak het beste zo dicht mogelijk bij de inwoner kan worden uitgevoerd. De beslissing wordt bij voorkeur genomen op de plaats waar die ook effect heeft.

Een uitgebreidere visie op onze taakopvatting en de bestuursstijl die wij willen hanteren, staat beschreven in hoofdstuk 7: Bestuur en middelen.

1.5 De toekomst van de provincie Utrecht

Wij zijn trots op Utrecht! Trots op de prachtige natuur in onze provincie. Trots omdat er elke dag tienduizenden vrijwilligers klaarstaan om anderen te helpen. Trots op die duizenden ondernemers die onze economie en werkgelegenheid willen versterken. Maar we maken ons ook zorgen. Hoe zorgen we ervoor dat iedereen, ongeacht achtergrond of handicap, volwaardig mee kan doen in onze maatschappij? Hoe zorgen we voor voldoende werkgelegenheid, ook voor de volgende generatie? Doen we wel genoeg om onze aarde te beschermen?

De ChristenUnie wil zich inzetten om Utrecht toekomstbestendig te maken: wij willen opkomen voor mensen die niet voor zichzelf op kunnen komen. Wij willen de mooie natuur in Utrecht beschermen en vrijwilligers een zetje in de rug geven.

In de komende vier jaar worden ingrijpende keuzes gemaakt. De uitwerking van het ‘akkoord van Parijs’ over de aanpak van klimaatverandering gaat gevolgen hebben voor Utrecht. Zo moeten alle gemeenten werken aan plannen om woningen ‘van het gas af’ te krijgen, en moeten er keuzes worden gemaakt over hoe we voorzien in onze energie- en vervoersbehoefte in de toekomst. De ChristenUnie staat voor een provincie die actief meewerkt aan deze opgaven. Klimaatverandering raakt ons allemaal en ook de oplossingen moeten van ons allemaal komen. Tegelijk moet de provincie ervoor waken dat niemand hierdoor in de knel komt.

Naast deze grote opgave is er een - nu net zo grote - actie nodig op de woningmarkt. Er is in bijna alle gemeenten een tekort aan woningen. Ook hiervoor zijn in de komende Statenperiode keuzes te maken. Daarnaast is extra provinciale inzet nodig op de integriteit van het openbaar bestuur. In de volgende hoofdstukken leest u meer over de wijze waarop wij de provincie vorm willen geven.

2. Ruimte, water en mobiliteit

2.1 Ruimtelijk Beleid

Visie van de ChristenUnie

In de provincie Utrecht leven bijna 1,3 miljoen mensen. De verwachting is dat ons inwoneraantal verder zal groeien, met zo’n 13% tot 2040, naar iets meer dan 1,5 miljoen inwoners. Dat legt druk op de ruimte. Tegelijkertijd is Utrecht het kruispunt van Nederland, van Rijkswegen, spoorverbindingen en vaarwegen. Deels sterk verstedelijkt, maar ook met open gebied en mooie landschappen. We leven bovendien onder de rook van een groeiend Schiphol, met straks een nieuw vliegveld Lelystad nabij. Ruimte is dus schaars. Wonen, werken, mobiliteit, en recreëren strijden om voorrang op de provinciale kaart. De regionale balans daarin behouden is één van de kerntaken van onze provincie. De ChristenUnie heeft daar een eigen visie op. Van duurzaamheid en kwaliteitsbehoud. Het in goede banen leiden van dit alles.

Het ruimtegebruik verandert ook door tal van maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen. Distributieketens veranderen mede door aankopen via het web, productie en levering op afroep en globalisering. Demografische trends vragen verschuivingen in voorzieningen voor oud en jong. De energietransitie vraagt om ruimte voor zonneparken, windmolens en hoogspanningsleidingen. Zelfs de lucht en bodem worden intensiever gebruikt: met drones, ballonvaart, recreatievliegen en meer lijnvluchten boven ons hoofd; warmteonttrekking, drinkwaterwinning, en beregening van gewassen onder onze voeten. Effecten van klimaatverandering (droogte en intensievere buien) vergen aanpassing in ruimtegebruik.

In deze veranderende wereld wil de ChristenUnie dat de provincie op zijn hoede is. We willen de kwaliteit van onze leefomgeving bewaken. Door verstandig in te spelen op die maatschappelijke ontwikkelingen: niet zomaar verbieden, maar wel voorwaarden stellen en aanpassingen realiseren waar nodig. Ruimtelijk Rentmeesterschap noemen we dat: op een verantwoorde wijze ontwikkelen en beheren van wat aan ons is toevertrouwd. Voor stad en platteland, voor oud en jong.

In het ruimtelijk beleid voor de provincie Utrecht vinden wij daarom drie zaken van groot belang: duurzaamheid, sociale kwaliteit en ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent dat de ChristenUnie liever ziet dat gebouwen worden hergebruikt of een andere functie krijgen dan dat er steeds maar meer bij wordt gebouwd. We steunen herstructurering van bedrijventerreinen en zien leegstand als kans voor herbestemming. En hier en daar meer de hoogte in, om ruimte en openbaar groen te sparen. Zoveel mogelijk binnenstedelijk en in de verstedelijkte zones bouwen, zo min mogelijk bouwen in het groen. We zoeken bij bouwprojecten steeds naar energiebesparing en duurzame energieopwekking. 

De inrichting van de openbare ruimte moet ook aansluiten bij het eigen karakter van landschappen, dorpen en steden. De omgevingsvisie van de provincie moet hiervoor het kader bieden.

Tegelijkertijd groeit de woningnood, de behoefte aan betaalbare huizen en appartementen. Steeds vaker staan kleine gemeenschappen onder druk door een vergrijzende bevolking en uitstroom van jongeren. De ChristenUnie sluit de ogen daar niet voor. We willen bijdragen aan het behoud van leefbaarheid en voorzieningen in de (kleine) kernen. Naast binnenstedelijke oplossingen zijn nieuwbouwlocaties buiten de bestaande bebouwde gebieden soms nodig. Dat moet naar schaal en plek weloverwogen gebeuren. Om groei in de mobiliteitsbehoefte te voorkomen, met de fiets naar station te kunnen blijven kunnen. Om de leefbaarheid en voorzieningen in zowel de stad als het buitengebied op peil te houden en waardevol groen te behouden.

Het is daarnaast uiterst belangrijk dat de inwoners en omwonenden worden betrokken bij de te maken keuzes. Alleen zo kan er lokaal draagvlak komen voor aanpassingen en kunnen inwoners, bedrijven en belangenorganisaties zelf een bijdrage leveren aan de plannen.

De ChristenUnie kiest voor: 

  • Hergebruik van bestaande gebouwen: we hebben veel leegstaand vastgoed, zowel in steden en dorpen (lege kantoren, winkels, kerken, maatschappelijk vastgoed en bedrijfsgebouwen) als op het platteland (vrijkomende agrarische bebouwing door stoppende boeren). Veel van de nieuwe ruimtevraag kan door hergebruik, transformatie of sloop/nieuwbouw in bestaande panden worden gerealiseerd.
  • Een regierol voor de provincie bij het opstellen van de Omgevingsvisie. Daarin maken we plannen hoe we gebieden en regio’s inrichten, en wat we voor welk gebied willen ontwikkelen en toestaan.
  • De Omgevingsvisie wordt samen met inwoners, bedrijven, gemeenten en waterschappen ingevuld.
  • We anticiperen op bevolkingsgroei in de provincie, door een afgepaste, geleidelijke inpassing van nieuwe woningen: vooral binnenstedelijk, bij OV-locaties of direct aan de rand van al verstedelijkt gebied (mogelijk met verstandig en in kleine stappen opschuiven van de ‘rode contour’). Bij het maken van provinciaal beleid wordt de ladder voor duurzame verstedelijking als uitgangspunt genomen.
  • Nieuwe, grotere woningbouwlocaties buiten bestaande dorpen en steden zijn alleen acceptabel als deze goed per fiets en OV bereikbaar zijn. In zulke gevallen moet op het moment van besluitvorming al gegarandeerd zijn dat die goede OV-ontsluiting tot stand zal komen, zodat de extra automobiliteit uit deze locaties minimaal is.
  • Bij alle ruimtelijke plannen horen ook uitgewerkte plannen voor de opwekking van duurzame energie, klimaatadaptatie en de zorg voor waterbeheer, inclusief grondwater. De provincie gaat in de omgevingsvisie ook in op locaties voor windmolens en zonneparken.
  • Terugdringen van de ‘verrommeling’ van het landschap (weide-reclame, zwerfvuil, bundeling van functies, e.d.), ook langs snelwegen en provinciale wegen.
  • Nieuwbouw van woningen en gebouwen wordt gasloos en energieneutraal. In de bestaande bouw zetten we in op een grootschalige warmtetransitie.
  • De provincie blijft actief regionale afstemming stimuleren bij de kantoren- en bedrijventerreinenmarkt en dringt het overschot terug aan bedrijfs- en kantoorruimte in regionale en gemeentelijke ruimtelijke plannen.
  • Om geluidshinder van luchtverkeer bij woningen te voorkomen en - waar nu al aanwezig - te beperken, doet de provincie actief mee in de discussie over laagvliegroutes en herindeling van het luchtruim. 

2.2 Water

Visie van de ChristenUnie

Water is van levensbelang voor mensen, dieren en planten. Een teveel of een tekort aan water vormt al gauw overlast of zelfs een bedreiging. Maar de opgave rond water in de provincie omvat meer dan alleen dat. Het gaat de komende jaren om grote belangen rond water, juist voor de lange termijn.
We onderkennen de grotere kansen op droogte én op hevige buien in de zomers, als gevolg van de veranderingen die ontegenzeggelijk in ons klimaat optreden. Er is zeespiegelstijging, die doorwerkt in de nieuwe normen voor de veiligheid van dijken. Maar ook in verzilting in het westen van ons gebied. Er is een toenemende vraag naar doorvoer van zoet water vanuit het gebied van de provincie naar het westelijke Rijnland.

In de veenweidegebieden maakt bodemdaling de afwegingen ingewikkelder en dit maakt vernieuwing van beheerconcepten voor het landschap noodzakelijk. Waterzuivering moet energieneutraal en meer circulair; tegelijkertijd zit huishoudelijk rioolwater vol sporen van medicijnen, drugs, frituurvet en steeds veranderende afvalstoffen.
Lozing van nieuwe en moeilijker te zuiveren chemicaliën door bedrijven en instellingen is steeds lastiger te beoordelen en te beheersen. Plastic zwerft in grote en kleine brokken, steeds meer en bijna overal; zwerfvuil in stad en open gebied neemt in volume eerder toe dan af en raakt ook te water.

Recreatie en landbouw vragen meer water, leggen druk op de kwaliteit ervan, terwijl ze juist gezonde watersystemen nodig hebben. De grondwatervoorraad wordt steeds meer benut en door droogte geteisterd.
Belangrijke cultuurhistorische waarden zijn aan het water in de provincie verbonden, waarden die zorgvuldig beheer vergen. Denk aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie, en aan tal van historische sluizen, waterwerken, molens. Door de bevolkingsgroei in onze provincie zal water een grote bijdrage aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat moeten blijven leveren. 

Wat kan de provincie doen?

De provincie heeft bij al deze opgaven een belangrijke rol, door toezicht op en vooral door samenwerking met de waterschappen, met Rijkswaterstaat en de gemeenten, met drinkwaterleidingbedrijven, natuurbeheerders, bedrijven en boeren. De provincie kan vooral bijdragen door de wateropgaven in de omgevingsvisie ten volle hun plek te geven, en daarin de maatschappelijke belangen bij het gebruik van water zorgvuldig mee te wegen. Ook in de sfeer van vergunningverlening (grondwater), voorlichting en projectbijdragen kan de provincie veel betekenen.

De ChristenUnie ziet per deelgebied in de provincie kans voor eigen accenten in de afwegingen. Het westelijke veenweidegebied zal een andere benadering vergen dan Eemland, de Utrechtse Heuvelrug, het Kromme Rijngebied, de Vechtplassen of het stedelijke middengebied. Het ruimtegebruik is er telkens anders, net als de geografische situatie en waterkundige kansen en risico’s.

Door intensivering van de dialoog met waterschappen en gemeenten rond de Omgevingsvisie willen we die ‘eigen accenten’ vanuit de provincie mede gestalte geven. Verder willen we ervoor zorgen dat inwoners en bedrijven adequaat meegenomen worden bij maatregelen, en zo nodig gecompenseerd worden. Mooier is het als ze vooraf meedenken en oplossingen helpen aandragen vanuit hun lokale kennis en behoeften. We hebben bij die gebiedsgerichte benadering wel duidelijke inhoudelijk aandachtspunten.

Zo wil de ChristenUnie dat onze provincie en de omliggende gebieden veilig zijn. Wij ondersteunen daarom voluit het werk in het Deltaprogramma, waarin overheden samenwerken aan het vergroten van veiligheid. Dat gaat om inpassing van de versterking van 55 km Lekdijk die de komende jaren nodig is om aan de nieuwe veiligheidsnormen te kunnen voldoen. De ChristenUnie wil dat de provincie daarbij het goede gesprek met de gemeenten en met de bewoners rond de dijken ondersteunt; dat het meedenkt vanuit de omgevingsvisie over recreatief medegebruik, en de natuur- en cultuurhistorische waarden rond de dijken.

We willen als ChristenUnie een verdere verbetering van de waterkwaliteit, door juiste vergunningseisen, implementatie van de Kaderrichtlijn Water, bijdragen aan terugdringing van belasting met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen; door waterzuivering, voorlichting en gedragsverandering; en door een verstandig beheer van watergangen. Doorstroming en ecologische oevers zijn daarbij aandachtspunten. Primair zijn onze waterschappen in het gebied op deze taken aan zet. Waar de provincie kan activeren of ondersteunen zien we graag actie

In de Randmeren heeft de goede waterkwaliteit gezorgd voor een wildgroei aan fonteinkruiden. Door vaartuigen wordt hier grote hinder door ervaren, hele delen van de Randmeren zijn tussen maart en november niet bevaarbaar. De provincie heeft een voortrekkersrol in het agenderen van dit probleem bij de landelijke overheid en Rijkswaterstaat. De provincie streeft, samen met de gemeenten gevestigd aan de Randmeren en de provincies Noord-Holland en Flevoland naar het oplossen van dit probleem zodat de Randmeren gedurende het hele jaar goed bevaarbaar zijn.

We zien maatregelen om perioden van droogte op te vangen als een dringend vraagstuk, waar ook de provincie een rol in kan en moet spelen. Hittestress in steden en dorpen terugdringen, water vasthouden in het gebied, tegengaan van verdroging van landbouwgrond en natuurterreinen. Voor de zoetwatervoorziening van het Groene Hart studeert de provincie samen met de waterschappen op een permanente oostelijke aanvoer via de Hollandse IJssel, die een natuurlijker wateraanvoer combineert met nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden op het gebied van natuur en recreatie.

De ChristenUnie ziet de provincie graag meewerken aan het stoppen of zelfs stapsgewijs omkering van de bodemdaling in het veenweidegebied, door onderzoek, pilots met nieuwe teelten, lokale initiatieven en andere bouwwijzen bij nieuwbouw. Ook dit vergt nauwe samenwerking met gemeenten, bewoners, lokale bedrijven, natuurbeheerders en het plaatselijk waterschap.

De provincie moet in onze visie willen meewerken aan recreatieve gebruikslandschappen rond de steden, waarin schone waterpartijen en cultuurhistorische objecten aan het water thuishoren. Het streven moet zijn om op meer plaatsen goede zwemwaterkwaliteit te realiseren. Een goed vestigingsklimaat en woon- en leefklimaat in onze provincie vraagt borging van schone en ecologisch gezonde watersystemen.

De ChristenUnie werkt deze provinciale visie op het waterbeheer op hoofdlijnen nader uit in de verkiezingsprogramma’s voor de verschillende waterschappen: Amstel, Gooi en Vecht; Stichtse Rijnlanden, en voor de noordoostkant, die voor waterschap Vallei en Veluwe. Daarin krijgen de gebiedsgerichte accenten in onze afwegingen een nog duidelijker kleur.

De ChristenUnie staat voor:

  •  Meewerken aan de Deltaopgave rond de Lekdijk en waterbestendige ruimtelijke ordening.
  • Tegengaan van verzilting en inspelen op droogtes met maatregelen.
  • Verbetering van de waterkwaliteit: door het stimuleren of nemen van beproefde ingrepen.
  • Het benutten van het water in de stad en de zones daaromheen, voor recreatie en leefomgeving.
  • Samen optrekken met bewoners, waterschappen gemeenten, natuurbeheerders en landbouw.
  • Benutten van de Omgevingsvisie voor evenwichtige waterontwikkelingen in deelgebieden.
  • Koppelen van doelen bij waterstaatkundige aanpassingen in het landschap; laat recreatie, natuur, en agrarisch grondgebruik meeprofiteren in waterprojecten (integraal ontwikkelen).

2.3 Mobiliteit

Visie van de ChristenUnie

Mobiliteit brengt mensen bij elkaar; elke dag reizen mensen van en naar werk, school, voorzieningen en familie. De groeiende mobiliteit mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van onze leefomgeving en de leefbaarheid.
Dat is een forse opgave. In 2017 is het programma U-Ned gestart. Dit moet komen tot innovatieve oplossingen voor verkeer en vervoer in Utrecht. In dat programma wordt terecht geconstateerd dat het huidige systeem tegen zijn grenzen aanloopt en niet volstaat om de verwachte groei op een gezonde en duurzame manier op te vangen. Voor fysieke uitbreidingen van infrastructuur ontbreekt steeds vaker de ruimte. In plaats van ‘meer van hetzelfde’ is er behoefte aan andere maatregelen. Wat de ChristenUnie betreft is bijvoorbeeld ‘betalen naar gebruik’ voor auto- en vrachtverkeer zeker bespreekbaar.
De ChristenUnie wil de milieubelasting door het verkeer verkleinen en hiervoor gericht investeren. Dit begint bij het beperken van reisafstanden. Dit vraag om het op peil houden van basisvoorzieningen, ook buiten de grote steden. Een voorbeeld hiervan is de beschikbaarheid van medische voorzieningen in dorpen. Waar mogelijk wordt gestimuleerd dat dichter bij huis gewerkt kan worden.

Investeer in OV en fiets boven de auto
Het verkeer moet slimmer, schoner en zuiniger. Daarom willen we dat de provincie bij haar investeringen in mobiliteit de hoogste prioriteit geeft aan het stimuleren van de schoonste vormen van vervoer, namelijk de fiets en het openbaar vervoer. Wij zien ook bij de Rijksoverheid hier toenemende aandacht voor. Bij keuzes rond vracht- en autoverkeer moet de nadruk liggen op vergroenen in plaats van meer asfalt. Een voorbeeld hiervan is de verkenning die door het Rijk gestart wordt naar de A12 Oudenrijn-Gouda. De provincie zou hier bijvoorbeeld aan moeten dringen op vergroting van de spoorcapaciteit Woerden-Gouda in plaats van verbreding van de snelweg.
Aanleg of uitbreiding van wegen is alleen bespreekbaar wanneer dit per saldo de leefbaarheid ten goede komt. Een voorbeeld hiervan is de Noordelijke Randweg Utrecht, waar door de vernieuwing van de weg ook de verbinding tussen de stad en de natuurgebieden om de stad verbetert doordat gemeente, provincie en Rijk investeren in verdiepte aanleg. Ook in andere steden en dorpen verdienen dit soort oplossingen de steun van de provincie, zoals bij Veenendaal-Oost en rond de N201.

Wij willen ruimte bieden aan de fietser, door fietssnelwegen langs belangrijke wegen, die aantrekkelijk zijn voor woon-werk verkeer. Ook willen we ruimte bieden aan snelle fietsers zoals elektrische fietsen, speed pedelecs en wielrenners. Fietspaden buiten de bebouwde kom moeten breed genoeg zijn om aan deze verschillende gebruikers een veilige plek te bieden. Door betere fietsvoorzieningen bij stations maken we van de (elektrische) fiets een aantrekkelijk vervoersalternatief. We willen in 2025 een groei in het fietsgebruik van 25% bereiken.

Daarnaast willen we investeren in goed en slim openbaar vervoer. Flexibel, snel en op afroep beschikbaar vervoer dat voor iedereen toegankelijk is. Dit vraagt om bundeling van verschillende concessies en vervoerssystemen in de provincie. In Leidsche Rijn zal hier binnenkort een proefproject mee starten (‘Mobility as a service’, MAAS). Bij succes kan dit ook in andere gebieden in de provincie toegepast worden. Naast deze nieuwe vormen van openbaar vervoer is het door de groei van de bevolking ook nodig het OV-netwerk uit te breiden. Een nieuw treinstation aan de oostzijde van Utrecht helpt om de bereikbaarheid van Utrecht Science Park te verbeteren, net als verbetering van de fietsverbinding Zeist-USP. En ook al zijn er dure lessen geleerd bij de aanleg van de ‘Uithoflijn’, het verder uitbreiden en verbeteren van het tramnetwerk in en om de stad Utrecht blijft voor de ChristenUnie een verstandige keuze. 

De ChristenUnie pleit voor een regierol van de provincie als het gaat om het integreren van regulier openbaar vervoer met aanvullend openbaar vervoer voor bijzondere doelgroepen. Door dit als een geheel te zien kan fijnmazig vervoer voor iedereen beschikbaar komen. We houden daarbij oog voor de balans tussen het vervoersaanbod en de betaalbaarheid.

Schoon en veilig verkeer
Samen met Prorail moet de provincie werken aan het veiliger maken van spoorwegovergangen, zoals nu al gebeurt op het traject tussen Utrecht en Arnhem. Het opheffen van (onbewaakte) spoorwegovergangen mag alleen als er geen ander middel beschikbaar is om een overgang veilig te krijgen. 

Auto- en vrachtverkeer moet zo schoon en veilig mogelijk zijn. Daarom moet er meer aandacht komen voor de leefbaarheid langs provinciale wegen. Een voorbeeld is de provinciale weg door Renswoude, die als onveilig wordt ervaren. Samen met de gemeente moet de provincie onderzoeken hoe de veiligheid en oversteekbaarheid kan worden verbeterd. Er is sowieso meer aandacht nodig voor de verkeersveiligheid op provinciale wegen. De ChristenUnie pleit voor een actieplan Verkeersveiligheid met als doel 50% minder verkeersdoden en gewonden in 2029 t.o.v. 2019. 

Het verlagen van de maximumsnelheid in en rond steden en dorpen kan daar onderdeel van zijn. Dit geeft drie keer winst: veiliger verkeer, minder luchtverontreiniging en minder geluid. Op provinciale wegen die door stedelijk gebied lopen moet de maximumsnelheid daarom op 80 km/uur liggen en liever lager. De provincie dringt er bij de Rijksoverheid op aan dat zo’n zelfde maximumsnelheid geldt op de Utrechtse snelwegen die direct aan woongebieden grenzen, zoals de ring rond Utrecht, de A12 bij Veenendaal en de A1 en A27 bij Amersfoort.

Schone vormen van vervoer moeten worden gestimuleerd, zoals rijden op elektriciteit of waterstof. De provincie heeft hierbij een stimulerende rol, door subsidiemogelijkheden en met faciliteren van meer laadstations, en door zelf het goede voorbeeld te geven bij de aankoop van dienstauto’s en in OV-concessies: nul-emissie van voertuigen moet daarbij het uitgangspunt zijn. Daarnaast moet ruimte worden geboden aan de ontwikkeling van smart mobility, door samenwerking met universiteiten en ontwikkelaars. Zoals bijvoorbeeld al gebeurt in de regio FoodValley in samenwerking met de WUR. 

De ChristenUnie pleit verder voor:

  • Versterking fietsnetwerk. Doorgaande fietsverbindingen zijn onmisbaar in een duurzaam mobiliteitssysteem. De ChristenUnie zet zit in voor een robuust en (sociaal) veilig netwerk van fietsverbindingen tussen alle woon- en werkgebieden.
  • Rijnbrug Rhenen. Nu er na een amendement van de ChristenUnie extra financiering is, zou de verbreding van de brug én de bouw van de fietstunnel bij Achterberg snel moeten starten. De ChristenUnie blijft dit project nadrukkelijk volgen.
  • Busconcessies. Er moet anders worden omgegaan met het financieel plafond voor de busconcessie, waarbij in ieder geval aandacht wordt besteed aan de bereikbaarheid van het openbaar vervoer in wijken en kleine dorpskernen, zodat ook mensen die minder mobiel zijn, zoals ouderen en gehandicapten, gebruik kunnen blijven maken van het openbaar vervoer.
  • Eerlijke betaling. Bij aanbesteding van het openbaar vervoer moeten ook sociale criteria gesteld worden: eerlijke lonen en het bieden van meer vaste contracten kunnen meewegen bij de beoordeling van offertes.
  • Veenendaal-De Klomp. Samen met de provincie Gelderland blijven we strijden voor de intercitystatus van dit station.
  • OV-Fiets. Bij elk OV-knooppunt, zowel trein- als busstation, de mogelijkheid om een OV-fiets te huren.
  • Toegankelijkheid. Een goede toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor ouderen en mensen met een beperking. De informatievoorziening, haltes, stations, bussen en treinen moeten daarop ingericht worden.
  • Veiligheid. Aandacht voor sociale veiligheid van haltes en stations. Er worden goede afspraken met politie en het Openbaar Ministerie gemaakt om de veiligheid in het openbaar vervoer te verzorgen (tegengaan van zwartrijden, geweld tegen reizigers en personeel, vandalisme). Goede verlichting en goede fietsvoorzieningen maken hier onderdeel van uit.
  • Leefbaarheid. Waar mogelijk moeten verbindingen met kleine dorpen in stand worden gehouden. Als dit niet langer haalbaar is, moet er een goede andere oplossing worden geboden. Lokale plannen en initiatieven, zodat bewoners toch aansluiting hebben op regionale bus- en treinlijnen worden ondersteund.
  • A27 Amelisweerd. De voorkeursvariant van de ChristenUnie is een A27 met zoveel mogelijk rijstroken binnen de huidige ‘bak’. Als deze ‘bak’ toch moet worden verbreed, dan is bij Amelisweerd een overkapping nodig, die de twee delen van het bos weer aan elkaar verbindt.
  • Fietspad Amersfoortseweg. Bij de ventweg langs de Amersfoortseweg tussen Bunschoten en Amersfoort wordt een apart fietspad aangelegd zodat het landbouwverkeer en het fietsverkeer gescheiden wordt en er een veilige fietsverbinding ontstaat. 

3. Landbouw en leefomgeving

3.1 Volhoudbare landbouw

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie zet zich in om de agrarische sector te transformeren naar ‘volhoudbare landbouw’. Met andere woorden; landbouw (inclusief fruitteelt) die bijdraagt aan een duurzame voedselvoorziening, die zorg draagt voor het in stand houden en/of verbeteren van de biodiversiteit en het klimaat en tegelijkertijd economisch rendabel is. Een hoge biodiversiteit is van levensbelang voor de bestuiving van allerlei gewassen, voor een rijk bodemleven en een hoge de bodemvruchtbaarheid. Volhoudbare landbouw gaat uit van ecologische, economische en sociale waarden.

Om volhoudbaar te zijn, dient de landbouwsector ook klimaatneutraal en circulair (kringlooplandbouw) te worden, gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen en producten en het zoveel mogelijk voorkomen van reststoffen, afval en schade aan het milieu.
In Utrecht wordt 1% van het voedsel geconsumeerd dat in Utrecht wordt geproduceerd. Graag willen we dit verhogen naar minimaal 10% zodat we ook ons ‘eigen’ voedsel eten en minder daarvan transporteren naar andere gebieden.

De ChristenUnie wil de landbouw ondersteunen om zo, samen met boeren, goed voedsel te produceren en de natuur te versterken. Vanuit deze gedachte is de ChristenUnie een groot voorstander van de volhoudbare landbouw, welke volgens de ChristenUnie bouwt op:

  • Een eerlijk verdienmodel voor de boer zodat maatschappelijke baten ook daadwerkelijk vertaald worden in verdiensten voor de boer;
  • toekomstgericht, door steun aan jonge boeren;
  • betere verbinding tussen boeren en inwoners, kortere ketens;
  • functionele biodiversiteit;
  • bevorderen van (wilde) flora en fauna op boerenland, zoals boerenlandvogels, onder meer door natuur- en landschapsbeheer te vergoeden;
  • behoud van landschaps- en cultuurhistorische elementen;
  • verkleinen van de negatieve effecten van de landbouw op natuurwaarden in de omgeving. Onder meer door ruim baan te geven aan niet-chemische gewasbescherming. 

De transitie naar een circulaire, klimaatneutrale en volhoudbare landbouw (al dan niet aangevuld met maatschappelijke diensten) die ook economisch rendabel is, is een proces van lange adem. Er bestaat geen blauwdruk voor de weg daarnaartoe. Maar nu al zijn er veel initiatieven en innovaties, die stappen in de goede richting vormen. De provincie kan die initiatieven stimuleren en de partners faciliteren die daaraan werken.

De ChristenUnie kiest verder voor:

  • Stimuleren van agrarische natuurverenigingen (collectieven) die de ‘volhoudbare landbouw’ praktisch invullen.
  • Vanuit de provincie Utrecht wordt ervoor gepleit om de landelijke norm voor eiwitproductie te veranderen naar maximaal 3 melkkoeien (= 3 Groot Vee Eenheid) per hectare. Nu wordt er gerekend met een eigen eiwitproductie van max. 65 % van het totale rantsoen (dit kan leiden tot wel 6 GVE per hectare).
  • Initiatieven ondersteunen die er op gericht zijn om de eiwitten niet van ver te halen, maar uit de eigen provincie te betrekken. Een grasdrogerij in de provincie zou daarbij kunnen helpen.
  • Ondersteunen van initiatieven die leiden tot meer consumptie van voedsel uit eigen provincie. Het streven is om op dit punt te groeien van 1% naar 10 %. Het landelijke gebied wordt daarmee de voedselproducent van de stad.
  • Blijvende aandacht vragen voor innovatie in de landbouw, vooral als het gaat om het sluiten van kringlopen en het verminderen of stoppen van bodemdaling.
  • Stimuleren van de aanleg van voedselbossen dichtbij de steden, de provincie moet zich aansluiten bij de Green Deal ‘Voedselbossen’;
  • Experimenten stimuleren met akkerranden boordevol akkerkruiden en strokenteelt. Een mooi voorbeeld is het initiatief om een ‘bloemenlinie’ aan te leggen rond de Grebbelinie. Doorzaaien van het grasland met kruidenmengsels wordt gestimuleerd, zo nodig met subsidie.
  • Gebruik alle innovaties om te komen tot een ‘volhoudbare landbouw’ zoals precisielandbouw en nieuwe technologie met robots. Schaalvergroting wordt alleen toegestaan wanneer het een bijdrage levert aan het vergroten van de duurzaamheid en het dierenwelzijn.
  • Toekomstgericht landbouwonderwijs bevorderen: onderwijs dat niet achterloopt op de innovatieve ontwikkelingen. We moeten met onderwijsorganisaties de ‘best practices’ delen.
  • Een robuuste ecologische hoofdstructuur bouwen, die wordt gekoppeld aan de bijbehorende landschappelijke hoofdstructuur.
  • Het belonen van Groene en Blauwe diensten met landschapselementen en zorgen dat dit in de bedrijfsvoering wordt geïntegreerd. We moeten waarde toekennen aan landschapsstructuren, met een soort puntensysteem.
  • Boeren krijgen een adequate vergoeding voor natuur- en boer en weidevogelbeheer, de administratieve lasten moeten laag zijn. Het ontwikkelen van een plan om leegstaande en leegkomende boerderijen en agrarische bebouwing te herbestemmen, waardoor de leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving gewaarborgd blijft.
  • Stoppen of in elk geval sterk verminderen van kunstmestgebruik. We willen de aanvoer van grondstoffen voor kunstmest vanuit andere landen sterk verminderen en meer eigen organische mest gebruiken. Meer gebruik van organische mest, met een lager fosfaatgehalte kan het gebruik van kunstmest grotendeels of geheel vervangen.
    Organische mest is ook veel beter voor het bodemleven. We willen leren van de pilots die op dit vlak al zijn gedaan (vruchtbare kringloop) en binnen de provincie nieuwe pilots doen.
  • Stimuleren dat er minder gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt in de tuinbouw.
  • Een integrale aanpak van de stikstofproblematiek. Dit probleem moet bij de bron worden aangepakt. Om de stikstofdepositie op natuurgebieden terug te brengen, wordt de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voortgezet. Maatregelen die ingezet worden, moeten gaan leiden tot een vermindering van de neerslag van schadelijke stoffen op het land (zoals stikstof). De plannen voor effectgerichte maatregelen moeten worden afgerond en uitgevoerd. Monitoring van de daadwerkelijke neerslag van schadelijke stoffen en eventuele bijstelling van de plannen is essentieel.
  • Een provincie die samen met andere (onderwijs)instellingen de boeren ondersteunt de bedrijfsvoering te richten op de volhoudbare landbouw. Hierbij is bijzondere aandacht voor de jonge boeren en vragen rondom bedrijfsovername, zoals bij mogelijkheden om met meerdere generaties op het perceel te wonen.
  • Ondersteunen van de boeren om uiterlijk in 2024 de asbestdaken te vervangen door daken met zonnepanelen. De provincie maakt een inventarisatie van het areaal aan asbestdaken in Utrecht en komt zo mogelijk met een actieplan. 

3.2 Glastuinbouw

Visie van de ChristenUnie
De glastuinbouw is een belangrijke economische drager in enkele regio’s van de provincie Utrecht. De provincie zal deze sector ondersteunen en innovatieve ontwikkelingen stimuleren die de duurzaamheid vergroten. Samen met de sector wordt gezocht naar innovatieve oplossingen en mogelijkheden. In het kader van Greenport ontwikkelingen wordt actieve Europese steun gezocht voor innovatie, transport en arbeid. Sterke concentraties in specifiek aangewezen gebieden maken dat een omvangrijk cluster van tuinbedrijven, toeleveranciers en afnemers, logistieke bedrijven, kennis- en onderzoeksinstellingen en advies- en dienstenbureaus elkaar versterken, zodat hoogwaardige en duurzame tuinbouwcomplexen ontstaan. Tegelijkertijd wordt de glastuinbouw ook gewezen op haar verantwoordelijkheid om de impact op de omgeving te verminderen, door aandacht voor schone productie en door de lichthinder flink te verminderen.

Concrete punten/bouwstenen

  • Clustering en schaalvergroting dient een bijdrage te leveren aan de verdere verduurzaming van de glastuinbouw.
  • Inzetten op het versterken van de innovatieve kracht van de glastuinbouw op de terreinen van teelt, transport, onderzoek, kennis en arbeid.
  • Het creëren van randvoorwaarden om een goede bedrijfsvoering mogelijk te maken.
  • Geothermie kan een goed alternatief zijn voor de warmtebehoefte in de glastuinbouw. De provincie stimuleert het onderzoek en de toepassing daarvan.
  • Nieuwe kassencomplexen moeten klimaatneutraal zijn en niet meer afhankelijk zijn van fossiele energie.
  • Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen moet worden teruggedrongen en zoveel als mogelijk vervangen door natuurlijke vormen van plaagbestrijding. Gebruik van middelen mag er in elk geval niet toe leiden dat de omgeving belast wordt met de restanten, zodat de volksgezondheid en de (drink)waterkwaliteit niet in het gedrang komen.

3.3 Robuuste natuur

Visie van de ChristenUnie
De ChristenUnie wil dat ook volgende generaties kunnen genieten van de grootsheid van Gods schepping. Juist in de natuur herkennen we die grootsheid. Als we de natuur geweld aandoen, schaden we onszelf en onze leefomgeving.

Overal om ons heen zien we dat milieuvervuiling de natuur aantast, dat de biodiversiteit (soortenrijkdom) onder druk staat en dat natuur vaak in de verdrukking komt door economische activiteiten. De recente periode van droogte en toenemende temperatuur door klimaatverandering zijn duidelijke signalen dat we grenzen dreigen te overschrijden. Recente onderzoeken maken duidelijk dat vooral bijen en andere insecten sterk achteruit zijn gegaan, terwijl die van levensbelang zijn voor de bestuiving van gewassen. Ook het aantal boerenlandvogels neemt nog steeds af. De natuur levert schoon drinkwater en allerlei andere ‘ecosysteemdiensten’, waarvan de waarde moeilijk in geld is uit te drukken, maar die wel van levensbelang zijn. De ChristenUnie zet zich daarom in voor de versterking van de natuur en het stoppen van de afname van biodiversiteit.

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat er zorgvuldige regels zijn die de natuur beschermen, de belangen van de natuur afwegen tegen andere belangen, en die samenhang te creëren met de verduurzaming van de economie en het tegengaan van klimaatverandering.

De Rijksoverheid heeft het natuurbeleid gedecentraliseerd naar de provincies, die nu met een gebiedsgerichte aanpak invulling kunnen geven aan het natuurbeleid. Het Natuurnetwerk Nederland (NNN), met daarin de Natura 2000 gebieden, is een samenhangend netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. De provincie heeft als doel dit netwerk te ontwikkelen. De beheerders en eigenaren van deze terreinen zijn de belangrijkste partners voor dit natuurbeleid en voor behoud van de soortenrijkdom.
Een goed natuurbeleid kan niet zonder langjarige kaders voor doelen en vergoedingen, een adequate ruimtelijke sturing, een passende beloning voor geleverde diensten, en een intensieve samenwerking tussen overheid, terreinbeherende organisaties, boeren en particulieren.

De ChristenUnie staat voor: 

  • Extra investeren in natuur- en waterkwaliteit, voor de toekomst van de schepping en onze kinderen.
  • Hoge prioriteit geven aan voor het Deltaplan Biodiversiteit, waar natuur- en landbouworganisaties samenwerken, onder meer in het tegengaan van de zorgelijke achteruitgang van het aantal insecten.
  • Initiatieven ondersteunen die gericht zijn op het vermeerderen van het aantal insecten.
  • Bijdragen aan een snelle afronding van het Nationaal Natuur Netwerk. Het doel van een kwalitatief goed functionerend Nationaal Natuur Netwerk blijft recht overeind en robuuste ecologische verbindingszones zijn nodig om natuurgebieden met elkaar te verbinden.
  • Bescherming van de Natura2000 gebieden, waarvoor we een internationale verantwoordelijkheid dragen. De kernkwaliteiten van de Nederlandse landschappen en aardkundige monumenten verdienen een wettelijke bescherming. In de Omgevingsvisie worden de waarden van stilte en duisternis veiliggesteld.
  • De Heuvelrug verdient de Unesco-status van Geopark, vanaf de Grebbeberg tot aan de randmeren.
  • Toegankelijke natuur, een fijnmazig netwerk van fiets- en wandelpaden is belangrijk.
  • Een betere samenhang van natuur- en klimaatbeleid: klimaatadaptatie wordt in samenwerking met de waterschappen en gemeenten opgepakt.
  • Hoge prioriteit geven aan de bestrijding van exoten, omdat invasieve soorten voor een forse schade zorgen en inheemse soorten verdrukken.
  • Uitvoeren van het Deltaplan voor de boerenlandvogels. Uit natuurrapportages blijkt dat het vooral slecht gaat met weidevogels en akkervogels. De Rijksoverheid wil de bescherming van weidevogels een extra stimulans geven en provincies moeten daarop inspelen.
  • Om de predatie van weidevogels te verminderen wordt er gekeken naar maatregelen om het aantal zwerfkatten en andere predatoren te verminderen.

3.4 Faunabeheer en jacht

Visie van de ChristenUnie
De ChristenUnie vindt dat het verantwoord is om jacht toe te staan als onderdeel van goed faunabeheer. Het is een illusie dat we de natuur in Nederland helemaal de vrije hand kunnen geven. Beheer van flora en fauna is soms nodig om te voorkomen een populatie de draagkracht van een gebied te boven gaat. Nadenken over het doden van dieren begint met de vraag of er economische of ecologische schade is, en op welke wijze deze schade kan worden voorkomen. De uitkomst daarvan is bepalend voor beheersmaatregelen, waarvan de jacht er één kan zijn.
We hechten daarbij aan transparantie. Er moet sprake zijn van planmatig beheer op basis van tellingen vooraf en verantwoording achteraf.
Het vernietigen van geschoten wild is een onacceptabele vorm van voedselverspilling. Planmatig beheer door afschot moet hand in hand gaan met benutten van vlees. De ChristenUnie daagt jagers uit om ervoor te zorgen dat geschoten wild in de voedselketen wordt opgenomen. 

Concrete punten:

  • Een regeling die het boeren makkelijker en goedkoper maakt om wildschade te kunnen opgeven.
  • Voldoende menskracht voor vergunningverlening en handhaving.
  • Een strikte bescherming voor wilde ganzen (die bij ons overwinteren) en een doordachte bestrijding van verwilderde ganzen (die bij ons overzomeren).
  • Het tegengaan van voedselverspilling en daardoor het opnemen van geschoten wild in de voedselketen.

3.5 Bodemdaling

Visie van de ChristenUnie

De bodemdaling in de veenweidegebieden is een zwaar onderschat probleem. Er dreigt een enorme schade aan gebouwen en aan infrastructuur door het langdurig verlagen van het waterpeil. De oxidatie van het veen die het gevolg is van een lage waterstand levert een enorme bijdrage aan de klimaatopwarming, want grote hoeveelheden koolstof uit de bodem komen in de atmosfeer.

De ChristenUnie is van mening dat we fundamenteel anders moeten gaan werken om ze de bodemdaling flink te vertragen, zo mogelijk zelfs te stoppen. We moeten in sommige polders onderwaterdrainage aanleggen en in andere polders snel gaan experimenteren met andere teelten. In de Omgevingsvisie moet de provincie voor de lange termijn ingrijpende keuzes maken.

De ChristenUnie kiest daarom voor:

  • Communiceren dat onderbemaling een grens kent en het waterpeil in veel gebieden verhoogd zal moeten worden om aan de klimaat- en veiligheidsdoelstellingen te kunnen voldoen.
  • Door subsidie stimuleren van onderwaterdrainage of drukdrainage van grasland in veenweidegebieden, dit in combinatie met minder diepe ontwatering. De CO2 uitstoot wordt hierdoor minder en de bodem daalt minder snel (ongeveer 50% minder). De weidevogels hebben er baat bij en het is ook goed voor de biodiversiteit, daar kruiden goed floreren bij een hoger grondwaterpeil.
  • Stimuleren van het opbouwen van economische ketens waardoor “natte teelt” voor landeigenaren een haalbare keuze wordt.
  • In overleg met alle belanghebbenden gebiedsgerichte plannen maken waarin wordt beschreven op welke manier de bodemdaling per gebied kan worden tegengegaan.
  • Op zoek gaan naar polders die zich er voor lenen om te transformeren van landbouw naar recreatie, in combinatie met het opwekken van energie. De polder Rijnenburg zou hier een voorbeeld voor kunnen vormen.
  • Het ontwikkelen van innovatieve methodes om de bodem weer te laten stijgen, zoals teelt van veenmos
  • Het oplossen van knelpunten in de waterveiligheid die ontstaan door de bodemdaling. 

3.6 Stad-landrelaties

Visie van de ChristenUnie
De ChristenUnie wil zich inzetten voor een goede samenwerking tussen de landbouwsector en de ondernemers en inwoners van het stedelijk gebied. Wij vinden het belangrijk dat onze inwoners in stedelijke gebieden zich bewust zijn van waar hun voedsel vandaan komt, wat er in de landbouwsector speelt en waarom er bepaalde keuzes worden gemaakt.
Wij zijn van mening dat de landbouwsector de relatie stad-land flink kan versterken. Het stedelijk gebied in de omgeving is steeds belangrijker als afzetgebied. Veel stedelingen hebben een eerlijke prijs over voor producten uit de buurt met een aansprekend verhaal en ze stellen steeds hogere eisen aan dierenwelzijn en landschappelijk schoon. Het draagvlak bij (kritische) inwoners kan toenemen als er meer zicht is op de landbouw en de dilemma’s die er spelen. De nadruk komt meer te liggen op korte ketens en op samenwerking tussen producenten bij het vermarkten van producten.

In vrijwel alle regio’s liggen er kansen voor de landbouw in het zoeken van een sterke verbinding met de stad, niet alleen voor de afzet van hoogwaardige voedselproducten, ook voor verdere verbreding. De groei van het aantal inwoners betekent een groeiende stroom mensen die er in hun vrije tijd op uit trekken. Deze vrijetijdseconomie vergt een aantrekkelijk agrarisch landschap, met vooral grondgebonden landbouwbedrijven die passen bij de schaal van het cultuurhistorisch waardevolle landschap.
De inwoners van steden hebben ook belang bij schoon drinkwater en klimaatbestendig waterbeheer, dus ze zullen van alle sectoren steeds meer maatregelen gaan vragen om klimaatopwarming tegen te gaan.

De ChristenUnie kiest voor: 

  • Het ondersteunen van initiatieven die de productie van voedsel dichter bij de inwoners brengt zoals bijvoorbeeld ‘Vallei boert bewust’ en ‘Kromme Rijn boert en teelt bewust’.
  • Het stimuleren van de oprichting van nieuwe coöperaties waarin boeren en tuinders zich kunnen verenigen om samen sterk te staan tegenover de machtige inkooporganisaties en supermarkten.
  • Het oprichten van regionale voedselmarkten, met gebiedscoöperaties die het voedsel rechtstreeks van boeren naar inwoners brengen.
  • Het stimuleren van streekfondsen: agrarisch natuurbeheer is niet alleen van boeren, maar vraagt ook betrokkenheid van inwoners en bedrijven.

3.7 Leefomgeving

De ChristenUnie zet zich in voor een gezonde en schone leefomgeving, voor alle inwoners. Al jaren zet de Utrechtse ChristenUnie zich in voor het verbeteren van de luchtkwaliteit, met als doel om uiteindelijk overal de WHO-advieswaarden voor luchtverontreinigende stoffen te bereiken. In een provincie met een hoge bevolkingsdichtheid en veel verkeer en bedrijven is dat een uitdaging, maar geen onmogelijke opgave. Door toenemend gebruik van emissie-vrije voertuigen zijn de komende jaren verbeteringen te verwachten. Tegelijk kan de energietransitie ook risico’s geven, bijvoorbeeld door meer biomassa-inzet.

We verwachten van de provincie een proactieve, initiërende en faciliterende rol in het creëren van een leefomgeving, waarin inwoners zo weinig mogelijk gezondheidsschade en gezondheidsrisico’s (op)lopen. Omgevingslawaai, ultra-fijnstof, asbest en aanwezigheid van hoogspanningsmasten schaden de gezondheid. Een stapeling van effecten tast de gezondheid verder aan. Stankklachten kunnen tot (ernstige) overlast leiden voor inwoners. De inzet moet dan ook gericht zijn op het beschermen tegen milieubelasting en het toewerken naar waarden die gezondheidskundig gewenst zijn. De ChristenUnie vindt het noodzakelijk dat de provincie hierin de lat heel hoog legt.

Voor het verbeteren van de luchtkwaliteit wordt in de provincie Utrecht met behulp van de Uitvoeringsagenda Schone Lucht, en een Alliantie Gezonde Lucht, toegewerkt naar het voldoen aan de streefwaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2030, met dien verstande dat zoveel eerder als mogelijk is, de inzet moet worden. Dit beleidskader is eveneens onderlegger voor de kernopgaven van de provincie, zoals de programma’s Mobiliteit (milieuzones, elektrische auto’s, lagere snelheden) en Landbouw (verlaging van de ammoniakuitstoot). De ChristenUnie schuwt er niet voor om, ter bevordering van de luchtkwaliteit, ook bewustwording te stimuleren over ongemakkelijke onderwerpen als houtrook en het binnenklimaat.

De bestrijding van (drugs)criminaliteit en de problemen die het dumpen van drugsafval met zich meebrengen zijn groot. Waar dit probleem zich lange tijd voornamelijk concentreerde in het zuiden van Nederland, is de drugsproblematiek inmiddels in alle provincies een probleem. De ChristenUnie zet zich al jaren in om deze problematiek te bestrijden en zal dit ook in de aankomende jaren blijven doen. 

De ChristenUnie kiest verder voor: 

  • Bij aanbestedingen voor openbaar vervoer wordt ingezet op zero-emissie voertuigen. Waar dat technisch niet haalbaar is, moet gebruik worden gemaakt van de beste beschikbare alternatieven. Om te voorkomen dat in de praktijk voertuigen slechter presteren dan tijdens de aanbesteding beloofd, wordt in de aanbesteding ook om een monitoringsprogramma tijdens de looptijd van de concessie gevraagd.
  • De provincie geeft hierbij zelf het goede voorbeeld: nieuw aan te schaffen voertuigen zijn emissie-vrij.
  • De ChristenUnie vindt dat het belang van een gezonde woonomgeving zwaarder weegt dan het belang van een snelle doorstroming van verkeer. Op provinciale wegen die door stedelijk gebied lopen moet de snelheid daarom maximaal op 80 km/uur liggen. De provincie dringt er bij de Rijksoverheid op aan dat zo’n zelfde maximumsnelheid geldt op de Utrechtse snelwegen die direct aan woongebieden grenzen.
  • Het gebruik van biomassa bij woningen kan lokaal grote gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit. De provincie stelt samen met de gemeenten maatregelen vast om deze gevolgen tegen te gaan, bijvoorbeeld door biomassagebruik alleen toe te staan in installaties die voorzien zijn van roetfilters.
  • De ChristenUnie kiest voor een provincie die bedrijven blijft aansporen emissies van schadelijke stoffen steeds verder terug te dringen, en die waar nodig ook toezicht en handhaving inzet.
  • Hoogspanningsleidingen in de buurt van woningen horen onder de grond, ook bij Veenendaal. De ChristenUnie pleit hier al jaren voor en zal zich ook in de komende Statenperiode ervoor inzetten dat gemeenten, provincie en Rijk financieel bijdragen hieraan.
  • Door middel van het Actieplan Omgevingslawaai beperkt de provincie de negatieve gevolgen van wegverkeer voor de gezondheid van omwonenden. De ChristenUnie wil inzetten op het verlagen van de huidige plandrempel van 61 dB. Daarnaast worden eens per Statenperiode nieuwe Geluidskaarten gemaakt.
  • Er moet meer toezicht komen in het buitengebied. Vandalisme, stroperij, dumping van drugsafval, alle ongewenste ontwikkelingen lijken toe te nemen. De provincie moet overwegen om de terreinbeherende organisaties voor alle opengestelde gebieden een hogere toezichtbijdrage te geven dan het landelijk vastgestelde richtbedrag.
  • De provincie neemt het initiatief om in een samenwerkingsverband met gemeenten, politie, belastingdienst de drugscriminaliteit integraal te bestrijden. In BrabantZeeland is de taskforce zware criminaliteit al enkele jaren succesvol in de bestrijding van de (drugs)criminaliteit.
  • 50% van het afgepakte drugsgeld aan de regio teruggeven om weer in te zetten in de bestrijding daarvan. Wij willen zo een vliegwiel creëren in de strijd tegen de drugscriminaliteit en deze nog verder verstevigen.
  • De kosten voor het opruimen van drugsafval op particuliere grond voor 100% vergoeden (is nu 50%) en de vergoeding van de schade binnen 3 maanden afhandelen. De provinciale subsidieregeling wordt hiervoor gewijzigd.

4. Energie en klimaat

Visie van de ChristenUnie
Het provinciale energie- en klimaatbeleid van de ChristenUnie staat in het teken van de Bijbelse opdracht om te bouwen en te bewaren. Wij zijn geen verbruikers van de schepping, maar beheren deze in het besef dat we met respect om moeten gaan met de schepping zodat we haar op een goede manier door kunnen geven aan volgende generaties met andere woorden; goed rentmeesterschap.

Rentmeesterschap is daarmee een kernwaarde van de ChristenUnie. Dit vraagt van ons dat we de aarde niet uitputten of overbelasten. We houden steeds voor ogen dat ontwikkelingen een duurzame bijdrage moeten leveren voor deze generatie en toekomstige generaties.

De provincie kan op de volgende aspecten bijdragen aan een zorgvuldige omgang met de aarde:
1. Verminderen uitstoot broeikasgassen
2. Stimuleren van de opwekking van duurzame energie
3. Aanpassen aan veranderend klimaat
4. Bevorderen van een circulaire economie

Terwijl dit programma geschreven wordt, is er tegelijk een landelijke en regionale discussie gaande over de vraag hoe Nederland de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen kan verminderen. De doelen waar ons land zich aan gebonden heeft voor wat betreft vermindering van broeikasgassen en groei van duurzame energie zijn voor de ChristenUnie een gegeven. Daar werken we naar toe. In landelijke Klimaatakkoorden en in Regionale Energiestrategieën.

De energietransitie en het voldoen aan het klimaatdoelstellingen heeft grote gevolgen. We worden steeds minder afhankelijk van gas en elektriciteit uit fossiele brandstoffen, maar gaan meer en meer gebruik maken van groene, duurzame stroomvoorzieningen zoals wind- en zonne-energie. Er zullen veel kosten gemaakt worden, maar tegelijkertijd zal deze overgang ook voor veel nieuwe werkgelegenheid zorgen. De provincie draagt er, bij de uitwerking van het beleid, zorg voor dat alle inwoners uit alle lagen van de bevolking kunnen profiteren van deze transitie. Tegelijkertijd zorgt de provincie er zoveel mogelijk voor dat de energietransitie niet bijdraagt aan het vergroten van de economische ongelijkheid

4.1 Verminderen uitstoot van broeikasgassen

De provincie zet vol in op energiebesparing. De hoeveelheid opgewekte duurzame energie is voorlopig immers beperkt en een aanzienlijk deel van de energieopwekking gaat daarom gepaard met uitstoot van broeikasgassen. De ChristenUnie heeft de ambitie dat in 2022 het finale energieverbruik in de provincie Utrecht met 10 procent is gedaald.

  • De provincie ontwikkelt een integrale aanpak van energiebesparing in de industrie door advisering en handhaving. Daarbij werkt zij samen met andere partijen zodat de effectiviteit van de inzet vergroot wordt.
  • De provincie werkt in overleg met gemeenten aan instrumenten om het energiezuiniger maken van gebouwen/woningen te versnellen. Onderdelen daarvan zijn:
    • De provincie ijvert voor gebouwgebonden financiering voor energiebesparende verbeteringen.
    • De provincie zorgt dat er ook beleid wordt ontwikkeld waar huurders van profiteren.
    • Bij energiebesparende renovatie is het doel om zo snel mogelijk een energieneutraal gebouw te krijgen. Alle maatregelen moeten hierop gericht zijn. Tussenstappen mogen er niet voor zorgen dat het einddoel verder naar achteren wordt geschoven.
    • De provincie stimuleert de opleiding van vakmensen (duurzame installateurs, bouwwerknemers met kennis van isolatie, technici) om de maatregelen uit te voeren en werkt hierbij samen met de instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs in de provincie. Hierbij is naast energiebesparing ook aandacht voor vermindering van grondstofgebruik en voor circulair bouwen.
    • De provincie voorkomt dat woningbouwverenigingen G-label woningen verkopen in plaats van renoveren, bijvoorbeeld door in de prestatieafspraken op te nemen dat alleen woningen met minimaal een B-label verkocht mogen worden.
  • De provincie zorgt ervoor dat haar fondsen voor energie en innovatie toegankelijk zijn (bijvoorbeeld door een lage rente te vragen) zodat projecten gerealiseerd kunnen worden die niet met behulp van commerciële geldverstrekkers van de grond komen.

De provincie werkt aan de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen.

  • De provincie coördineert de ontwikkeling van regionale plannen voor andere energiebronnen voor de verwarming van gebouwen dan aardgas (warmtetransitie). Hiervoor wordt een provinciale Warmtevisie opgesteld, in samenhang met de Regionale Energiestrategieën.
    • Regionale warmtenetten worden toekomstbestendig ontwikkeld: ze mogen uiteindelijk geen uitstoot van broeikasgassen veroorzaken. Daarom wordt actief meegewerkt aan de plannen om het warmtenet van Utrecht via aardwarmte te voeden in plaats van met aardgas.
    • Nieuwbouw wordt niet meer aangesloten op aardgas en in de Regionale Energiestrategieën wordt afgesproken hoe en wanneer bij de bestaande woningen het aardgasnet afgekoppeld kan worden.
  • De provincie stimuleert vervoer dat gebruik maakt van hernieuwbare brandstoffen.
    • De provincie draagt bij aan pilots en subsidies voor vrachtverkeer op alternatieve energiebronnen, waarbij alternatieve bronnen die minder luchtverontreiniging veroorzaken een extra stimulans kunnen krijgen.
    • De provincie stimuleert de elektrificatie van de binnenvaart, onder meer door in de binnenhavens het gebruik van walstroom te bevorderen.
    • In nieuwe OV-concessies is het uitgangspunt dat elke nieuwe bus een zeroemissie bus is.

De provincie integreert de effecten op uitstoot van broeikasgassen in haar beleid.

  • De provincie maakt in haar plannen inzichtelijk wat het verwachte effect is van de voorstellen op de uitstoot van broeikasgassen. 
  • De provincie stimuleert een transitie van de landbouw die leidt tot minder oxidatie van de veenbodem (zie verder Natuur en Landbouw).
  • De provincie houdt bij wat het gerealiseerde effect van maatregelen is, zodat tijdig bijgestuurd kan worden als doelen buiten bereik dreigen te raken.

De provincie geeft zelf het goede voorbeeld in het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen.

  • In de komende Statenperiode wordt een actieplan vastgesteld en van budget voorzien dat ertoe leidt dat alle eigen gebouwen uiterlijk in 2035 klimaatneutraal zijn.
  • Er wordt een actieplan ontwikkeld om de hele provinciale organisatie klimaatneutraal te laten zijn in 2040.
  • Nieuwe provinciale infrastructuur wordt alleen zodanig aangelegd dat de emissie van broeikasgassen als gevolg van het project minimaal is, bijvoorbeeld door gebruik te maken van minimaal 75% gerecycled asfalt en door het combineren van geluidswering met duurzame energieopwekking

4.2 Opwekking van duurzame energie

De provincie ontwikkelt realistische en gedetailleerde plannen om de opwek van duurzame energie in de provincie in lijn te brengen met doel van het Parijs-akkoord om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om een geloofwaardige stap te zetten richting dat doel moet in 2023 minimaal 16% van de in de provincie Utrecht gebruikte energie duurzaam worden opgewekt binnen de provinciegrenzen. In 2030 zal dit minimaal 33% moeten zijn.

  • De provincie zet in op een brede mix van opwekmogelijkheden, van wind op land, geothermie (aardwarmte) en zonneparken.
  • Schaliegas, als fossiele brandstof, en kernenergie, vanwege het ontstaan van afval dat nog generaties lang gevaarlijk is, hebben geen plaats in een duurzame toekomst. De provincie werkt dan ook niet mee aan initiatieven hiervoor.
  • Biomassa kan onder voorwaarden ook bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen voor duurzame energie. Voor grootschalige inzet, in biomassainstallaties, mogen alleen reststromen worden ingezet die niet op andere manieren te gebruiken zijn, zoals materiaal afkomstig van groenonderhoud en reststromen uit composteringsinstallaties. Als een installatie gebruik wil maken van resthout uit Europese bossen, geldt als voorwaarde dat het gaat om hout uit FSC-gecertificeerde bossen.
  • De stankoverlast van de biogascentrale in Bunschoten is ontoelaatbaar en moet stoppen. De provincie moet alles in het werk stellen om de stankoverlast op korte termijn te beëindigen. Bij het afgeven van een vergunning voor een biogascentrale moeten strengere normen m.b.t. geurcirkels gesteld worden. De ervaring die in Bunschoten is opgedaan, moet ertoe leiden dat voorafgaand aan vergunningverlening strenger getoetst wordt en na ingebruikname sneller wordt gehandhaafd bij overtredingen. Om uit te sluiten dat de stankoverlast van de biogascentrale in Bunschoten tot gezondheidsschade heeft geleid, moeten provincie en gemeente hier samen een onderzoek naar doen.
  • Voedselproductie krijgt voorrang boven energieopwekking; om concurrentie tussen beide te voorkomen, ontwikkelt de provincie beleid waardoor zonnepanelen eerst op gebouwen, industrie en “wachtgebieden” of “pauzelandschappen” worden geplaatst en niet op waardevolle landbouwgrond.
  • De provincie zorgt ervoor dat risico’s en veiligheidsaspecten van duurzame energieopwekking goed in kaart zijn gebracht en dat risico’s binnen aanvaardbare grenzen blijven. Voorbeelden hiervan zijn de effecten van geothermie op de bodem en het grondwater en de mogelijke risico’s van grootschalige opslag van energie in accu’s.

De provincie neemt regie in de ruimtelijke inpassing van energieopwekking. 

  • De provincie organiseert “regionale energietafels” om afstemming tussen gemeenten, waterschappen en netbeheerders te faciliteren over de manier om aan de energie- en klimaatambities te voldoen.
  • De provincie zorgt voor een goede ruimtelijke en landschappelijke inpassing van duurzame energieopwekking en stelt daarvoor kaders.
  • De provincie kan via subsidieregelingen initiatiefnemers stimuleren om een minder rendabele maar betere landschappelijke inpassing mogelijk te maken.
  • De provincie ontwikkelt in overleg met netwerkbeheerders een kansenkaart voor duurzame energieopwekking, waarmee ze zowel initiatiefnemers als netwerkbeheerders richting geeft.
  • Dubbelbestemmingen van gronden en eisen rondom tijdelijkheid van de installaties zijn mogelijkheden die we willen inzetten om zo het draagvlak te vergroten. 

De provincie communiceert dat de energietransitie noodzakelijk is, veel ruimtelijke impact zal hebben en moeilijke keuzes vergt.

  • De provincie communiceert dat veranderingen in het landschap ten gevolge van het opwekken van duurzame energie onvermijdelijk zijn.
  • De provincie ontwikkelt ook ruimtelijke beleid voor de opslag van energie.

De provincie zet zich maximaal in om lokaal draagvlak te realiseren (al is een volledig draagvlak een illusie).

  • Omwonenden worden nauw betrokken bij plannen voor windenergie en kunnen meeprofiteren van de voordelen. Mede-eigenaarschap zorgt ervoor dat lusten en lasten eerlijker worden verdeeld. Hierbij is ook nadrukkelijk aandacht voor mensen die zelf geen financiële middelen hebben om mee te investeren.
  • De provincie stimuleert zo veel mogelijk dat gemeenten gezamenlijk plannen ontwikkelen voor regionale opgaven, maar borgt de realisatie van de doelstellingen.
  • Participatie moet meer zijn dan een afkoopregeling.
  • De provincie stelt eisen aan de manier waarop initiatiefnemers samen met de omgeving zoeken naar de beste locatie, vorm en landschappelijke inpassing.
    • Niet beschikbare grondposities, maar goede inpassing moet leidend zijn.
    • Bewoners moeten inspraak kunnen hebben in de locatie.
    • Initiatiefnemers worden gevraagd meerdere alternatieven voor te stellen; via “plaatsingsopties” kunnen ook grondeigenaren van afgevallen locaties delen in de opbrengst.
    • Initiatieven vanuit de lokale gemeenschap krijgen voorrang boven commercieel gedreven initiatieven.
  • De provincie kijkt samen met gemeenten naar financiële voordelen voor breed gedragen projecten (bijv. korting op leges).
  • De provincie stimuleert de professionalisering van lokale energiecoöperaties, bijvoorbeeld door het subsidiëren van gezamenlijke regionale of provinciale backoffices. Ook is er budget beschikbaar om lokale initiatieven te ondersteunen in de ontwikkelfase, dus nog voor de vergunningverlening. In deze fase zitten de meeste risico’s. Als lokale partijen in deze fase mee kunnen doen, kan er ook meer geld terugvloeien naar lokale en collectieve doelen

De provincie ondersteunt in beleid en in praktische zin de “quick wins”:

  • Er wordt beleid ontwikkeld om alle geschikte daken van bedrijfsgebouwen te voorzien van zonnepanelen.
  • Door leegstaande industriegebieden en “pauzelandschappen” te gebruiken voor het opwekken van energie. Dit kan door voorwaarden te verbinden aan de aanleg van zonne- en windparken waarbij de pauzelandschappen voor bijvoorbeeld 20 jaar in te zetten zijn hiervoor. Een voorbeeld is de polder Rijnenburg, waar woningbouw voor 2040 nog niet aan de orde is.
  • De provincie stimuleert dat gronden zoals parkeerterreinen, waterzuiveringsinstallaties en ruimte langs infrastructuur zo veel mogelijk dubbel gebruikt worden voor de opwekking van zonne-energie. Voor Rijks- en provinciale wegen kan als voorwaarde worden gesteld dat geluidsschermen altijd ook functioneren als energieopwekking. Een voorbeeld voor zo’n locatie is de nieuwe geluidswal tussen De Meern en Woerden langs de A12.

4.3 Aanpassing aan veranderend klimaat

In de ruimtelijke ordening is het versterken van de klimaatbestendigheid een belangrijk principe. In het programma dat opgesteld is voor de waterschappen die in Utrecht werken, wordt hier veel aandacht aan gegeven.

  • De provincie zorgt ervoor dat gemeenten en waterschappen in kaart brengen wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor de gehele provincie.
  • De provincie borgt dat plannen worden ontwikkeld voor de bescherming van vitale infrastructuur, en zorgt zelf voor een adequaat beschermingsniveau van de eigen provinciale infrastructuur tegen de gevolgen van een veranderend klimaat (zoals weersextremen en zeespiegelstijging).  

4.4 Circulaire economie

Het gebruik van grondstoffen moet drastisch omlaag om onze aarde voor toekomstige generaties te behouden en te beschermen. Wij leven nu in een lineaire economie: de grondstoffen die we nodig hebben om te leven, komen grotendeels als afval in het milieu terecht. Ons doel is daarom om toe te werken naar een circulaire economie, waarin alle grondstoffen worden hergebruikt zonder verspilling en zonder waardeverlies. De provincie kan hieraan bijdragen door zelf het goede voorbeeld te geven en door verbindingen tussen andere partijen te stimuleren, zoals via de Alliantie Cirkelregio Utrecht.
Kansen liggen bijvoorbeeld op het gebied van bouw en demontage. Transformatie van bestaand vastgoed en gebieden is een belangrijke opgave in de regio Utrecht. Die opgave biedt concrete aanknopingspunten voor flexibel en demontabel bouwen, duurzaam demonteren en hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen.

  • De provincie geeft zelf het goede voorbeeld: in 2025 is minimaal 50% van alle inkopen ‘circulair’.
  • De provincie stimuleert de ontwikkeling van lokale en regionale ketens rond grondstoffen en hergebruik en is partner bij initiatieven die bijdragen aan een ‘biobased economy’, zoals in de bouw en bij afvalvrije kantoren.
  • De provincie werkt actief mee regionale initiatieven op het vlak van hoogwaardige toepassing van lokaal/regionaal beschikbare grondstoffen/reststromen, zoals het omzetten van grassen naar isolatiemateriaal, strooizout en vangrails of toepassing van lokaal hout uit stadsbeheer.

5. Mens en samenleving

5.1 Welzijn

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie zet zich in voor alle inwoners. Wij geloven in een inclusieve samenleving, waarin iedereen tot zijn recht kan komen.
De ChristenUnie staat voor samen leven. Wij geloven in de kracht van samen. De ChristenUnie wil blijvend investeren in een samenleving met samenhang.
De ChristenUnie zet zich in voor sterke en leefbare regio’s. Wij vinden het belangrijk dat bestaande sociale verbanden zo veel mogelijk in stand blijven. We willen bevorderen dat werkgelegenheid in de regio behouden blijft en zo mogelijk versterkt wordt.

Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in de leefbaarheid van onze provincie. Ze zetten zich belangeloos in voor onze samenleving en zijn zo een inspiratie en voorbeeld voor ons allemaal. De ChristenUnie wil dat het werk van vrijwilligers door de provincie wordt ondersteund.

De ChristenUnie kiest voor:

  • Leefbare regio’s. Structurele versterking van de economie en bereikbare voorzieningen houden onze dorpen leefbaar. Ook is het belangrijk dat de infrastructuur op orde is, zoals openbaar vervoer en snel internet.
  • Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) mag niet leiden tot verrommeling van het buitengebied. De provincie helpt stoppende boeren om hun panden een goede bestemming te geven of terug te geven aan de natuur.
  • De provincie ondersteunt buurthuizen en andere gemeenschapsvoorzieningen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en elkaar helpen.  

5.2 Zorg

Visie van de ChristenUnie
Wij staan voor goede zorg voor iedereen. Hoewel gemeenten en het Rijk op dit gebied het eerste aanspreekpunt zijn, is de beschikbaarheid en bereikbaarheid van basale zorgvoorzieningen ook een bovenlokale, regionale aangelegenheid. De ChristenUnie vindt goede spreiding en bereikbaarheid van essentiële voorzieningen voor onze inwoners noodzakelijk. Wij willen vanuit de Bijbelse opdracht graag meewerken aan een samenleving waarin we ‘zorgen voor elkaar’. Wij zijn van mening dat de provincie naast de rol van agenderen en stimuleren, ook de regierol op zich kan nemen. Zo kan de provincie een bijdrage leveren aan goede zorg en ondersteuning voor alle inwoners, ongeacht in welke gemeente zij wonen. Ook kan de provincie gemeenten bij elkaar brengen zodat zij van elkaar kunnen leren.
De benaming 'sociaal beleid' omvat meer dan alleen beleid. Het begrip 'zorg' doet meer recht aan een christelijk-sociale visie op zwakkeren. Daarom spreken we als ChristenUnie liever over ‘zorg' (en welzijn) dan over (de afstandelijke term) 'sociaal beleid’. De verantwoordelijkheid van zorg en welzijn (het zorgen voor voorzieningen die inwoners helpen om op een prettige manier mee te kunnen doen in de samenleving), blijft bij de gemeenten. De rol van de provincie op dit gebied blijft: samenbinden, aansturen en kennis delen in de taken waar de provincie het verschil kan maken. 

De ChristenUnie kiest daarom voor: 

  • De provincie ondersteunt gemeenten in het toezicht op het handhaven van de aanrijdtijden van ambulance, politie en brandweer. ● De provincie brengt beschikbaarheid en bereikbaarheid van de basiszorgvoorzieningen in beeld en agendeert dit thema in overleggen met gemeenten, regio’s en binnen de Veiligheidsregio.
  • De provincie ondersteunt platforms waar kennis en expertise wordt gedeeld over gezondheid, en in meer specifieke zin onder meer voor mantelzorgers en patiëntenparticipatie.
  • De provincie kan een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van regionale samenwerking tussen gemeenten, bijvoorbeeld om specialistische of identiteitsgebonden jeugdhulp te kunnen behouden.
  • De provincie stelt een sociale agenda op met daarin aandacht voor verschillende doelgroepen, zoals jongeren, ouderen, gehandicapten, asielzoekers en allochtonen en aandacht voor de thema’s armoede en eenzaamheid.
  • Ondersteuning van vrijwilligersorganisaties en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Projecten voor vrijwilligers kunnen aanspraak maken op een financiële bijdrage van de provincie.
  • Het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting, bijvoorbeeld door het ondersteunen van zelfhulporganisaties.
  • De provincie vraagt bij gemeenten aandacht voor het bestrijden van ongelijkheid in de samenleving bij de energietransitie. 

5.3 Vluchtelingen

Visie van de ChristenUnie
Wij zijn gezegend met een land waar vrede heerst. Jaarlijks vluchten duizenden mensen naar Nederland omdat ze in eigen land vanwege afkomst, geloof, politieke overtuiging of geaardheid gevaar lopen. Gemeenten zijn verplicht een toegewezen aantal vluchtelingen opvang te bieden, en asielzoekers met een verblijfsstatus te huisvesten. Het is belangrijk dat gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen, en voor goede en passende opvang zorgen. Waar gewenst en/of noodzakelijk vervult de provincie een ondersteunende en verbindende rol. Vanuit de toezichthoudende rol (IBT) ziet de provincie erop toe dat gemeenten aan hun verplichting voldoen. Ook zet de provincie zich ervoor in om de samenwerking tussen gemeenten op dit thema te bevorderen.

De ChristenUnie kiest voor: 

  • Het steunen van projecten die asielzoekers helpen om mee te doen in onze samenleving, met extra aandacht voor jeugdige asielzoekers.
  • Het bevorderen van taalvaardigheid en digi-vaardigheden, bijvoorbeeld via de bibliotheken, om participatie en integratie te ondersteunen.
  • Bij grote toestroom van vluchtelingen zet de provincie zich in om samenwerking tussen gemeenten bij de opvang te stimuleren.

5.4 Sport

Visie van de ChristenUnie
Mensen die voldoende sporten en bewegen hebben minder kans op gezondheidsklachten. De Gezondheidsraad adviseerde de minister van VWS om te stimuleren dat mensen blijvend meer bewegen en sporten, en minder stil zitten. Voor de gezondheid van inwoners is het daarom van belang dat de openbare ruimte uitnodigt tot ontspannen en bewegen. De ChristenUnie is van mening dat de provincie met het oog op de omgevingskwaliteit haar positie moet benutten voor het bevorderen van gezond gedrag.

Sport is een mooie manier om door God gegeven talenten te ontwikkelen en de volksgezondheid te bevorderen. Sport is een praktische manier om te leren respectvol met elkaar om te gaan. Sport is niet direct een provinciale taak. De provincie kan een stimulerende en ondersteunende rol op het terrein van de (breedte)sport en gehandicaptensport hebben. Bijvoorbeeld als er op dit gebied samengewerkt moet worden tussen gemeenten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het afstemmen van accommodaties (wat komt waar) en het stellen van prioriteiten bij het geven van subsidies voor sportactiviteiten.

Voor het ondersteunen van de profsport ziet de ChristenUnie geen bijdrage weggelegd voor de provinciale overheid. De ChristenUnie wil geen overheidsgeld inzetten bij het deelnemen (financieel of anders) aan grootschalige en internationale sportevenementen die qua uitstraling het niveau van de provincie overstijgen.

De ChristenUnie staat voor: 

  • Het ondersteunen van gemeenten bij het afstemmen van hun sportaccommodaties, zoals sporthallen en zwembaden.
  • Het stimuleren van lokale overheden om zich (gezamenlijk) actief in te zetten voor gehandicaptensport.
  • Het investeren in jong sporttalent van de provincie bij hun weg naar nationale en internationale sportevenementen. Vooraf moet duidelijk zijn hoe zij zich hierdoor verder kunnen ontwikkelen.

6. Economie en cultuur

6.1 Economie

Visie van de ChristenUnie
Een gezonde economie heeft oog voor kansen en biedt ruimte om te ondernemen op een manier die respectvol is ten opzichte voor iedereen. Een gezonde economie is veerkrachtig en kan zich aanpassen aan ontwikkelingen die zich lokaal, regionaal en mondiaal voordoen. Het draait niet om groei op zich, maar om de combinatie van welvaart en welzijn in een goede en gezonde leefomgeving.

De provincie heeft wat betreft ondernemers en het ondernemersklimaat een faciliterende rol. De ChristenUnie wil samen met andere overheden, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en ondernemers de Utrechtse concurrentiekracht versterken. Een goede concurrentiekracht draagt bij aan duurzame werkgelegenheid en daarmee aan het welzijn van de inwoners van de provincie Utrecht.

De ChristenUnie zet zich in het bijzonder in voor het midden- en kleinbedrijf (als ruggengraat van onze economie), voor innovatieve industrie, voor startende ondernemers en doorgroeiers en voor sociaal ondernemers. Voor iedereen is er zinvol werk, betaald of onbetaald. Ook voor mensen met een arbeidsbeperking. We bouwen aan een samenleving die werkt: met echte banen, ruimte voor ondernemerschap en arbeidsperspectief voor jongeren.

In een breder perspectief spant de ChristenUnie zich ervoor in dat de provincie Utrecht de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals), door de Verenigde Naties opgesteld om de wereld tot een betere plek te maken in 2030, als kaderstellend zal omarmen, en in het beleidskader voor het (economisch) beleid zal opnemen. Wij streven naar een samenleving waarin mensen naar elkaar omkijken, iedereen meetelt en de kans krijgt om te werken; dat is het ideaal voor de ChristenUnie.

De ChristenUnie staat daarom voor:

Regionale economie en innovatie

  • Effectief innovatiebeleid. De ChristenUnie wil een regionaal economisch innovatiebeleid dat zich richt op maatschappelijke uitdagingen en transities zoals een circulaire economie, een verantwoorde voedselvoorziening en betaalbare zorg. 
  • Innovatief inkopen door de provincie. De provincie moet meer gebruik maken van de kennis en expertise van bedrijven en zelf meer kennis in huis halen zodat ze een serieuze gesprekspartner is bij innovatief aanbesteden en beter kan aansluiten bij de innovatieve ontwikkelingen in het Nederlandse bedrijfsleven. Met een groot inkoopvolume moet de provincie voorop gaan in het aanschaffen van innovatieve producten en diensten.
  • Kansen voor startups bij aanbestedingen. Bij het aanbieden van projecten kunnen extra punten toegekend worden aan projectteams die expliciet met startende bedrijven (startups) werken.
  • Terugdringen regeldruk. De ChristenUnie streeft naar het vereenvoudigen van de provinciale regelgeving voor het bedrijfsleven. Niet de regel, maar achterliggende doelstellingen staan centraal. Er moet getoetst worden op hoofdlijnen, we kiezen voor controle en bijstelling (waar nodig) achteraf. De ChristenUnie is voor een overheid die het ondernemers mogelijk maakt om te kunnen ondernemen.

Onderwijs en arbeidsmarkt

  • Versterken regionale samenwerking. Regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid, kennisinstellingen en het beroepsonderwijs moet versterkt worden. Daardoor groeit de werkgelegenheid.
  • Kennistoepassing en arbeidsmarkt. De beschikbaarheid van goed opgeleide medewerkers is bepalend voor de omzetgroei van een onderneming. Onderwijs en arbeidsmarkt moeten elkaar op alle niveaus kunnen vinden. Het is nodig om de ontwikkeling van toponderzoekers en toptalenten in het vakonderwijs te versterken.
  • Sociaal ondernemen. Geef sociaal ondernemers een grotere kans bij overheidsinkoop. Social return (waarbij een ondernemer niet alleen een hoge winst wil behalen, maar ook wat terug doet voor de samenleving) wordt een essentieel onderdeel bij alle inkopen van de provincie.
  • Eerlijk belonen. Minder ruimte voor topinkomens met publiek geld. De Wet Normering Topinkomens helpt om de salarissen in de (semi) publieke sector te beperken door hier regels voor op te stellen. De ChristenUnie pleit ervoor om deze wet te verbreden zodat ook lokale overheden regels hiervoor op kunnen stellen, bijvoorbeeld in hun subsidiebeleid.
  • Werken met een beperking. De overheid moet meer mensen met een beperking in vaste dienst nemen. We promoten leer-werktrajecten om kwetsbare groepen met afstand tot de arbeidsmarkt een kans op een echte baan te geven.
  • Bereikbare werkgelegenheid. De provincie draagt er zorg voor dat bedrijventerreinen goed per fiets en OV bereikbaar zijn. 

Naast de inspanningen die op Europees en landelijk niveau worden gedaan, moet ook de provincie zich inspannen voor het wegnemen van knelpunten in ruimtelijk en economisch beleid. 

6.2 Recreatie en toerisme

In de komende jaren zal er een groeiende groep inwoners gebruik willen maken van voorzieningen op het gebied van sport en cultuur, fietsen, wandelen en andere vormen van vrijetijdsbesteding, zoals het toeristisch gebruik van parken en natuur. Het landelijk gebied speelt een essentiële rol als recreatiegebied.
Daarnaast is er sprake van een stijgend aantal inwoners in de stedelijke gebieden, waarbij mensen in de buurt van de stad voorzieningen nodig hebben voor ontspanning en vrije tijd. Inmiddels is onder de naam ‘Utrechtse Ringparken’ in 2017/2018 een stip op de horizon gezet voor een nieuw dynamisch evenwicht tussen stad en land. Daarbij worden projecten niet los van elkaar maar in verbinding met grotere ‘parken’ ontwikkeld, in een netwerk van samenwerkende overheden, (markt)partijen, inwoners en de creatieve industrie, waarin tegelijkertijd werk gemaakt wordt van grote maatschappelijke opgaven als energietransitie, bodemdaling en vrijkomende agrarische bebouwing. De ChristenUnie ziet kansen in deze nieuwe, integrale ontwikkelingen.

Voor de nabije toekomst blijft de ChristenUnie zich inspannen om recreatieterreinen beschikbaar en toegankelijk te houden als laagdrempelige voorzieningen. Onderhoud en beheer vraagt een substantiële bijdrage van de provincie, om de terreinen zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin op peil te houden.

Toerisme-promotie is in de eerste plaats een zaak van het bedrijfsleven en de toeristische sector zelf. Het verbeteren van de toeristische infrastructuur is wel een provinciale taak, waarbij de provincie de samenwerking met andere overheden zoekt.

De ChristenUnie kiest verder voor:

  • Provinciale routes verbinden met landelijke routes zodat toeristen zich beter over ons land kunnen verspreiden.
  • Het ontwikkelen van goede recreatieve buitensportvoorzieningen zoals ruiterpaden, skeelerroutes en kanoroutes.
  • Een goede ontsluiting van het landelijk gebied door het bevorderen en aanleggen van een netwerk van kerk- en klompenpaden, wandelroutes, fietspaden en kanoroutes. De ChristenUnie kiest ook voor mogelijkheden voor ondernemers om op het platteland voorzieningen te treffen voor eet- en drinkgelegenheden.
  • Een inventarisatie van nieuwe zwemwaterlocaties, waarvan de waterkwaliteit moet worden gecontroleerd. Er zijn in een ver verleden locaties aangewezen, maar door de groei van de bevolking en toenemende recreatiedruk is er behoefte aan nieuwe locaties. 

6.3 Cultuur, monumenten en media

Visie van de ChristenUnie
Kunst en cultuur
Mensen zijn creatieve wezens. God, onze Schepper heeft ons creatieve talenten gegeven waar we van genieten. Kunst en cultuur horen bij ons menszijn en zijn waardevol voor een open en bloeiende samenleving. Bibliotheken, concertzalen, musea en toneelhuizen; het zijn plekken waar mensen graag zijn. Kunst kan het leven mooier maken, mensen bij elkaar brengen en een nieuwe kijk ergens op geven, zowel in het mooie als in het lijden. Onze cultuur kent een rijke geschiedenis en is een belangrijk onderdeel van wie wij zijn. Kunst en cultuur zijn daarmee echt van en voor de samenleving. Een goed cultureel klimaat verhoogt ook de kwaliteit van de leefomgeving en zorgt het voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. De overheid kan een rol vervullen als subsidieverstrekker, opdrachtgever en beschermer van ons culturele klimaat en erfgoed.
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren met kunst en cultuur in aanraking komen. Door beoefening van amateurkunsten ontdekken en ontwikkelen zij hun creatieve talenten. Cultuur is een belangrijk onderdeel van hun ontwikkeling en verdient een plek in het onderwijs. Het is belangrijk dat er voor kinderen en jongeren een toegankelijk aanbod van kunst en cultuur is.
De provincie heeft een taak te vervullen als subsidieverstrekker, opdrachtgever en beschermer van ons culturele klimaat en erfgoed. De ChristenUnie is van mening dat economische verdienmodellen hierin ondergeschikt zijn aan het belang van het op duurzame wijze behouden van ons cultureel erfgoed voor toekomstige generaties.

Cultuurlandschappen en ensembles
De provincie Utrecht heeft de afgelopen jaren tijd en geld geïnvesteerd in de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Deze en andere waterlinies zijn een typisch Nederlandse uitvinding, onvergelijkbaar met ander cultureel erfgoed in de wereld. Tot dit erfgoed behoort ook het omliggende natuurrijke en open linielandschap, wat zich goed leent voor recreatie.
De ChristenUnie blijft zich, net als voorgaande jaren, inzetten om ook restanten van de Oude Hollandse Waterlinie die in onze provincie liggen, te bewaren en te beschermen, in lijn met de wijze waarop de provincie Zuid-Holland dit doet.
Daarnaast is de zgn. Botterhaven met de bottervloot in Spakenburg, de enige Zuiderzee-haven in onze provincie, nog altijd niet aangemerkt als voorziening van provinciaal belang. Het op duurzame wijze behouden van dit specifieke erfgoed voor toekomstige generaties, is daarmee niet veiliggesteld. De ChristenUnie zal zich hier in de komende Statenperiode voor inzetten.

Monumenten
Een van de provinciale kerntaken is het behoud van het cultureel erfgoed. Dat omvat niet alleen bijzondere gebouwen, zoals kerken, boerderijen, gemalen, fabrieken en militair erfgoed, maar ook voorwerpen, tradities, foto’s, oude muziek, orgels en andere instrumenten, films en verhalen. Daarnaast ook streekgebonden cultuurhistorie op het platteland of in de stad, en streekfeesten, van op de visserij gerichte evenementen in Bunschoten-Spakenburg tot de Gildefeesten in Soest. Dat brede palet aan cultureel erfgoed toont de geschiedenis van ons land, en is ons historisch erfgoed. Erfgoed vertelt niet alleen de vaderlandse geschiedenis, maar ook de regionale en lokale geschiedenis. Ook onze recente geschiedenis verdient bescherming. Monumentale (kerk)gebouwen zijn cultuurhistorisch waardevol en zijn beeldbepalend in steden en dorpen. Daarbij gaat het de ChristenUnie niet slechts om het bewaren en behouden, maar ook om het functioneel gebruik van de cultuurhistorie in onze provincie. De provincie moet dan ook blijvend bijdragen aan het behoud van regionaal cultureel erfgoed.

Bibliotheken
De bibliotheek is al lang niet meer alleen maar de plek om boeken te lenen. Steeds vaker is er veel meer te doen. Mensen kunnen er cursussen volgen, het is een ontmoetingsplek en de bibliotheken zijn zo een belangrijk onderdeel om een gemeente leefbaar te houden. In de eerste instantie zijn gemeenten en de bibliotheken zelf verantwoordelijk voor hun functie voor de samenleving. Dit geldt voor steden, maar zeker ook voor dorpen en kleine kernen. De ChristenUnie is een sterk voorstander van een bereikbare en betaalbare bibliotheek.

Media
Onze democratie heeft onafhankelijke, betrouwbare, toegankelijke en veelzijdige informatie nodig. Dat ondersteunt discussie en debat, door betrouwbaar en onpartijdig nieuws en informatie te brengen en helpt inwoners in beeldvorming en meningsvorming.
De pers en de publieke omroep moeten met beperkte middelen zorgdragen voor kwalitatief goede programma’s voor een breed publiek. En hoewel de provincie geen voorwaarden mag stellen aan programmabeleid of aan vorm en inhoud van programma’s, is de ChristenUnie van mening dat Mediabeleid meer aandacht in het provinciale beleid verdient, dan de huidige vijfjaarlijkse formele toewijzing van de licentie aan een regionale omroep. 

De ChristenUnie kiest verder voor: 

  • Cultuureducatie. Alle kinderen krijgen les in cultuur. Scholen bepalen zelf hoe zij hier invulling aan geven.
  • Talentontwikkeling. Vormt de basis voor het provinciale culturele klimaat. Creatieve broedplekken zoals culturele podia en kunstvakonderwijs zijn daar belangrijk voor.
  • Digitalisering van ons erfgoed helpt om het voor iedereen toegankelijk te maken en te bewaren voor toekomstige generaties. De provincie kan hierbij ondersteuning bieden.
  • Zoeken van allianties tussen waterschappen, natuurbeheerders, gemeenten, overheden voor behoud en functioneel gebruik van cultureel erfgoed
  • Het 350-jarig jubileum van de Oude Hollandse Waterlinie in 2022 grijpt de provincie Utrecht aan om de Oude Hollandse Waterlinie op de kaart te houden. Daarnaast investeert de provincie (bijv. middels co-financiering) in restanten van deze oude linie en zoekt daarvoor afstemming met de provincie Zuid-Holland.
  • Onderhoud en herbestemming monumenten. Er moet geld beschikbaar komen voor noodzakelijk onderhoud aan rijksmonumenten en om monumenten een nieuwe bestemming te geven. Daarbij is er bijzondere aandacht voor het duurzamer maken van monumenten en voor kerkelijk erfgoed.
  • Bovenlokaal erfgoed. De provincie draagt er zorg voor dat bovenlokaal erfgoed samen met de gemeenten in stand worden gehouden zoals bijv. de Grebbelinie.
  • Naoorlogse monumenten. Ook de jongste geschiedenis krijgt een plek in het erfgoedbeleid bv door het aanwijzen van naoorlogse monumenten. ● Vaak is er wel aandacht voor de buitenzijde van monumentale gebouwen, maar niet voor de interieurs. In navolging van andere provincies maakt onze provincie een inventarisatie van waardevolle interieurs.
  • Een goede regionale spreiding van het kunst- en cultuuraanbod, waarbij het aanbod bereikbaar en toegankelijk is voor een breed publiek
  • Het bieden van een provinciale infrastructuur. Door kennisdeling, het beschikbaar stellen van expertise en onderzoek (zoals de Monitor Erfgoedbeleid Utrechtse gemeenten), ondersteunt de provincie gemeenten bij hun kunst- en cultuurbeleid.
  • Eerlijke beloning (‘Fair practice, fair pay’) opnemen als voorwaarde voor provinciale investeringen in culturele instellingen, aangezien de inkomenspositie van makers van kunst en kunstdocenten kwetsbaar is.
  • Het thema Media wordt eens per collegeperiode geagendeerd, gericht op vitaliteit.
  • Bibliotheekvoorziening. De provincie ondersteunt plannen van de gemeente om in het kader van de leefbaarheid (openbare) bibliotheekvoorzieningen in dorpen en kernen bereikbaar en betaalbaar te houden.
  • Vanuit het samenwerkingsprogramma Nationale Kerkenaanpak zet de provincie zich in voor bevordering van de regionale kennisinfrastructuur en faciliteert zij de totstandkoming van integrale lokale kerkenvisies. Het huidige instrumentarium wordt geëvalueerd.
  • Nationaal Monument Kamp Amersfoort werkt de komende jaren belangrijke vernieuwingsplannen uit. De provincie biedt de gemeenten Leusden en Amersfoort hierbij ondersteuning.
  • De provincie ontwikkelt beleid voor kleine musea in de provincie.

7. Bestuur en middelen

7.1 Verschillende overheidslagen, één missie

De overheid is er ten dienste van de inwoners. De verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende overheden heeft tot doel om de taken ten behoeve van het bestuur van het land te optimaliseren en zo recht en gerechtigheid voor de inwoners te bevorderen. Regelgeving en financiën moeten zo goed en rechtvaardig mogelijk worden ingezet. De samenleving is niet maakbaar. De overheid kan niet alle vraagstukken oplossen. Tegelijkertijd is de overheid, volgens de ChristenUnie, er wel toe geroepen om het zwakke te beschermen, en waar nodig regelgeving en wetten op te stellen en te handhaven.

De ChristenUnie is een landelijke, christelijke netwerkpartij. Dat biedt stabiliteit. Onze provinciale standpunten zijn niet zomaar even opgeschreven, maar gebaseerd op onze christelijke uitgangspunten en in lijn met ons landelijke en lokale beleid. Juist omdat de ChristenUnie actief is op alle niveaus van het openbaar bestuur zijn er uitstekende mogelijkheden om af te stemmen, en om provinciale zaken landelijk of lokaal aan de orde te stellen. 

7.2 Taakopvatting

Visie van de ChristenUnie
De provincie heeft een aantal wettelijke taken die zich vooral richten op ruimte, natuur en economie, die weer samen komen in het omgevingsbeleid. Ook cultuur hoort voor een deel tot de taken van de provincie, waar dit de lokale belangen overstijgt. Naast de wettelijke taken kan de provincie zelf bepalen welke taken zij wil aanpakken. Onze visie is dat de taken zo dicht mogelijk bij de inwoners moeten worden uitgevoerd. In veel gevallen is dat de gemeente. Om die reden vindt de ChristenUnie het van groot belang dat de provincie een goede samenwerking heeft met de verschillende gemeenten. Daar waar nodig kunnen zaken in provinciaal verband opgepakt worden. We denken hierbij bijvoorbeeld aan complexe vormen van (jeugd)zorg. Het provinciaal bestuur heeft dan met name een faciliterende rol.

De provincie Utrecht ligt aan de rand van de Randstad, langs grote rivieren en omvat een groot deel van het Groene Hart. Er raast veel verkeer door de provincie, en we doen er ook geweldig ons voordeel mee, dat de bereikbaarheid goed is. Om al dit soort redenen acht de ChristenUnie nauwe afstemming van beleid nodig met onze buurprovincies en waterschappen. We willen betrokken zijn bij zaken van nationale infrastructuur (Schiphol, Rijkswegennet, vaarwegen, e.d.). Een actieve en open opstelling naar collega-overheden is geboden en daar willen we als ChristenUnie in de provincie aan bijdragen.

Of we het leuk vinden of niet, we zien dat de digitalisering in de samenleving ook het provinciaal bestuur voor nieuwe opgaven plaatst. Denk aan extra zorg voor de veiligheid van de (digitale) besturing van onze infrastructuur. Denk aan open data – de beschikbaarstelling van overheidsgegevens die met ons aller belastinggeld vergaard zijn. Denk aan digitalisering van bekendmakingen en internet-consultatie in de beleidsvorming. Denk aan toepassing van kunstmatige intelligentie bij vergunningen, verkeersregulering of andere provinciale taken. Denk aan kaders voor verstandig gebruik van ‘het internet der dingen’ in ‘Smart Cities’. De ChristenUnie ziet de provincie Utrecht zich daarin graag volwassen en proactief bewegen. De kennis erover is in de regio ruimschoots aanwezig. Dat vraagt om een overheid die meegaat met de tijd, die efficiëntie behaalt waar mogelijk. Maar zeer nadrukkelijk met oog voor de bewaking van publieke waarden; de landelijke inzichten hierover provinciaal vertalen verdient aandacht.

De ChristenUnie staat voor: 

  • Roeping en taak van de overheid is om het recht te beschermen en onrecht te bestrijden. Zij waakt over de ordening van de samenleving en het gemeenschappelijk belang. Zij beschermt het kwetsbare en de kwetsbaren. De overheid neemt de verantwoordelijkheid van andere maatschappelijke verbanden niet over. Zij beschermt hun ruimte om hun verantwoordelijkheid te kunnen nemen en ondersteunt hen in die verantwoordelijkheid.
  • Borging van publieke waarden bij de inzet van digitalisering in de provinciale bestuurstaken en het maatschappelijk verkeer – voor zover de provincie daarbij kaderstellend kan zijn.
  • Provincie en gemeentelijke samenwerking. De ChristenUnie heeft er vertrouwen in dat de gemeenten in de provincie Utrecht hun taken goed oppakken. Daartoe werken gemeenten ook veel met elkaar samen. Structurele samenwerking tussen gemeenten mag echter niet leiden tot verarming van de lokale democratie. Zolang de gemeenten hun taken goed uitvoeren en het democratisch proces gewaarborgd blijft, blijft de provincie op afstand. Mochten zich grote en structurele problemen voordoen, dan kan er besloten worden om deze bovengemeentelijke taken over te nemen. Waar nodig en mogelijk willen we dat de provincie helpt om verantwoording en correct democratisch proces in de samenwerkingen te waarborgen.
  • Provincie en waterschappen. Het provinciebestuur werkt o.a. op grond van de Omgevingswet maximaal samen met de waterschappen in het belang van duurzaam waterbeheer en ook klimaatadaptatie.
  • Provincie en brede omgeving. Het provinciebestuur vertaalt de ruimtelijke, economische en duurzaamheidsbelangen van haar inwoners naar landelijke ontwikkelingen die onze regio raken, en brengt daarin de Utrechtse wensen en eisen tijdig en goed onderbouwd in. 

7.3 Bestuursstijl

Visie van de ChristenUnie
Het optreden van de provinciale overheid heeft grote gevolgen voor inwoners, bedrijven en gemeenten. Dit vraagt om vertrouwen in haar functioneren.
De ChristenUnie pleit voor een houding die luisterend, samenwerkend, verbindend en integer is. En daarnaast blijven we pleiten voor integriteit in het denken en handelen van de provincie en van bestuurders. Op grond van haar verantwoordelijkheid toont het provinciaal bestuur de bereidheid tot transparantie en het afleggen van verantwoording.
In de eerste plaats voor de eigen inwoners. Er wordt goed naar inwoners geluisterd en initiatieven vanuit groepen inwoners worden zo nodig en nuttig ondersteund op die gebieden waar provinciale verantwoordelijkheid ligt. De ChristenUnie vindt dit in Utrecht een groot punt van aandacht: het bestuur moet dichter bij de inwoners haar werk doen en beter luisteren naar hen.

Ook is het provinciebestuur effectief in samenwerking met andere partijen. Belangrijk hierin zijn de gemeenten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, hogescholen en universiteiten. Het belang van samenwerking vraagt om een houding die samenwerking bevordert. Het betekent ook dat de provincie vaak zal participeren in netwerken om haar doelen te bereiken. Dit vraagt om transparantie en integriteit ten opzichte van de inzet en de te bereiken doelen.

Ondermijning is een groot probleem waar wij onze ogen niet voor sluiten. Een goede screening van de mensen die binnen het bestuur actief zijn, is daarbij gewenst. Daarnaast pleiten wij voor een jaarlijkse integriteitsdag. Een dag waarop we met het college van Gedeputeerde Staten en Statenleden samen kijken naar het eigen handelen en ook bewustwording creëren en onderhouden voor de risico’s van beïnvloeding van de besluitvorming door mensen en organisaties met andere belangen. Ook wil de ChristenUnie dat de gedeputeerden bij aanbestedingen een zuivere lijn bewaken en daarover verslag doen naar de Staten.

De ChristenUnie is voorstander van een provinciaal bestuur dat zichzelf bij de les houdt, dat wil leren en verbeteren door af en toe zelfkritisch terug te kijken. Dat kan op verschillende manieren: Statenleden houden gedeputeerden scherp, maar wij zien ook een duidelijke rol voor de provinciale rekenkamer (in onze deelname in de Randstedelijke rekenkamer) en voor andere vormen van onderzoek. Als we ons voordeel op onderwerpen kunnen doen met leergeld van andere provincies, willen we dat benutten. De

ChristenUnie kiest voor:

  • Transparante besluitvormingsprocessen. De provincie gaat open, integer en dienstbaar om met macht en invloed. Integriteit is een vast onderdeel van de wervingsprocedure van personeel en bestuurders.
  • Ondermijning/Integriteitstoets. Een jaarlijkse Integriteitsdag voor Statenleden en Gedeputeerde Staten en bijzondere aandacht voor de aanbestedingsportefeuille van de provincie.
  • Leervermogen van het bestuur. In het collegeprogramma komt een paragraaf onderzoek en zelftoetsing; om de uitwerking van beleid en maatregelen te kunnen bijsturen op grond van nieuwe kennis en ervaring.
  • Nationale Ombudsman. Uitspraken van deze instantie zijn erop gericht om inwoners extra te beschermen tegen onjuist provinciaal handelen. Deze uitspraken worden voluit gerespecteerd.
  • Participerende overheid. Er wordt beter naar inwoners geluisterd en er is ruimte voor eigen initiatieven en uitvoering ervan. Het provinciebestuur komt hieraan maximaal tegemoet, tenzij andere openbare belangen hierdoor worden geraakt.
  • Openbaar belang en provinciale samenleving. De provincie behartigt het openbaar provinciaal belang. Dat belang is niet beperkt tot de terreinen waar de wet haar taken geeft, maar strekt zich ook uit tot domeinen waar geen wettelijke taak voor de provincie ligt. Om die reden wordt elke twee jaar/periodiek de “staat van de provincie” opgemaakt, waarin de stand van zaken op de terreinen van people, planet en profit wordt gemonitord en beleidsinitiatieven kunnen worden genomen.
  • Provinciale netwerken. De overheid is meer dan ooit medespeler in een netwerksamenleving. Om die reden onderhoudt het provinciebestuur intensieve contacten met organisaties, bedrijven en instellingen die van belang zijn voor de provinciale samenleving en worden zij betrokken bij de beleidsbepaling.
  • Provinciale zelfstandigheid. De zelfstandigheid van de provincie staat niet ter discussie. Waar nodig wordt op bovenregionaal niveau samengewerkt, vanuit het perspectief van de zelfstandige provincie. 

7.4 Financiën

Visie van de ChristenUnie
Het provinciebestuur stemt haar beleid af op de beschikbare middelen. Waar mogelijk zal zij samen met haar partners afspraken maken over de financiering van het voorgestane beleid. Dat kan zijn door het aangaan van constructies die gezamenlijke financiering behelzen, of door (gezamenlijke) acties richting het rijk of Europese subsidies. Ook kan de provincie de regionale ontwikkeling of verduurzaming stimuleren door het beschikbaar stellen van alternatieve financiële instrumenten, zoals revolverende fondsen.

Om eigen beleid te kunnen voeren en een goede partner te zijn is een open en transparante huishouding voor de provincie essentieel. De ChristenUnie pleit voor de handhaving van een eigen provinciale belastingheffing (dat zijn de zogenaamde ‘opcenten’ op de motorrijtuigenbelasting). Provinciale belastingverhoging kan alleen als grote maatschappelijke opgaven aantoonbaar vragen om extra investeringen.

De organisatie van de provincie heeft de laatste jaren flink onder druk gestaan. De ChristenUnie is van mening dat er weer rust in de organisatie moet komen. Dit is een belangrijke taak voor het nieuwe college. Daarnaast wordt niet meer sectoraal, vanuit specifieke opgaven gedacht, maar ‘opgavengericht’ en integraal gewerkt. De maatschappelijke opgave staat centraal en daar worden de mensen en middelen op ingezet.

De ChristenUnie wil dat de provincie zich als partner van de gemeente opstelt bij het op orde krijgen en houden van de gemeentelijke financiële huishouding. Dit is een houding van willen meedenken, adviseren en de eigen gemeentelijke verantwoordelijkheid blijven respecteren. Dit gaat verder dan het wettelijk financiële toezicht.

De ChristenUnie staat voor: 

  • De eigen organisatie weer op orde krijgen. De mensen van de provincie doen hun werk in dienst van de inwoners en Gedeputeerde Staten leggen daar verantwoording over af aan Provinciale Staten.
  • Een deel van de begroting wordt geoormerkt voor bewonersinitiatieven.
  • Een paragraaf zelftoetsing en bijsturing in het collegeprogramma.
  • Een provincie die jaarlijks zorgt voor een, voor de bewoners inzichtelijke en toegankelijke begroting. Het inzetten van een digitale begrotings-app kan hierbij helpen.
  • Een jaarlijks structureel sluitende (meerjaren)begroting.
  • Terughoudendheid bij het verhogen van de belastingdruk door het ophogen van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting.
  • Een provincie als partner van de gemeente bij het op orde houden of krijgen van de financiële huishouding. 

7.5 Samenwerking

De ChristenUnie staat voor een doeltreffend bestuur op elke bestuurslaag, een bestuur dat dicht bij de inwoner staat. Als er problemen zijn zoekt de ChristenUnie oplossingen die de bestuurskracht moeten verbeteren, niet in eerste instantie in herindelingen.

Met andere provincies
De ChristenUnie wil grensoverschrijdend samenwerken. Wij zoeken actief de samenwerking met andere provincies om gezamenlijke krachten te versterken. Bijvoorbeeld (en niet uitputtend) door samen te werken met Gelderland rond de FoodValley en met Noord- en ZuidHolland rond het Groene Hart.

De ChristenUnie wil niet dat de provincie zich inzet om bedrijven uit andere Nederlandse provincies naar Utrecht te halen, of omgekeerd, dat andere provincies actief proberen Utrechtse bedrijven naar hun provincie te behalen. In plaats daarvan zoeken we de samenwerking om elkaars sterkten verder uit te bouwen.

In Europa
De Europese samenwerking van de afgelopen zestig jaar bracht vrede, stabiliteit en welvaart. De gezamenlijke aanpak van grensoverschrijdende problemen stelt de lidstaten beter in staat hun verantwoordelijkheid voor de inrichting van de eigen samenleving waar te maken.

Zeker voor een open diensteneconomie zoals de Utrechtse is Europese samenwerking van groot belang. Bedrijven en kennisinstellingen kunnen hun positie versterken door samen te werken met bedrijven en kennisinstellingen uit andere regio’s en consumenten kunnen producten verkrijgen die in andere regio’s geproduceerd worden.

De ChristenUnie zet zich in voor sterke regio’s. Regio’s die op een bepaald terrein excelleren om zo een (meer)waarde te kunnen bieden voor andere regio’s binnen Europa. Grensoverschrijdende samenwerking is een sleutelwoord.

De ChristenUnie erkent het belang van Europa en ziet de grote voordelen van de Europese fondsen voor het Utrechts regionale beleid. De ChristenUnie vindt het een taak van de provincie om zowel vanuit de overheid als voor bedrijven en kennisinstellingen de voorwaarden voor deelname aan Europese fondsen te optimaliseren. Het primaire doel daarvan is om de Utrechtse beleidsdoelen zo goed mogelijk te verwezenlijken.

Internationale samenwerking
De ChristenUnie ziet dat internationale samenwerking buiten de Europese Unie van belang kan zijn voor het Utrechtse bedrijfsleven.
De ChristenUnie wil dat internationale economische samenwerking vanuit de provincie Utrecht bijdraagt aan de werkgelegenheid en het welzijn van de Utrechtse bevolking. Voordat een samenwerking wordt aangegaan wordt dit in een beleidsdocument aannemelijk gemaakt. De ChristenUnie wil dat elke internationale samenwerking in elke bestuursperiode wordt geëvalueerd. Samenwerkingen die niet aan de verwachtingen voldoen, willen wij beëindigen.

Handelsmissies kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van Utrechtse bedrijven. Overheidsbestuurders, ook provinciale, kunnen daarbij soms deuren openen die zonder overheidshulp voor private bedrijven gesloten zouden blijven. De ChristenUnie wil daarom dat de provincie Utrecht, gericht op kansrijke sectoren, handelsmissies organiseert of daaraan deelneemt. Handelsmissies kunnen zo bijdragen aan de Utrechtse werkgelegenheid en het welzijn van de inwoners van Utrecht.

De ChristenUnie wil alleen internationale samenwerking met en handelsmissies naar gebieden waar mensenrechten gerespecteerd worden en met overheden die onze overheden en bedrijven respecteren, onder andere door niet op bedrijfsniveau te spioneren. Bij twijfel worden Rijksdiensten en organisaties als Amnesty International en Open Doors geconsulteerd.
Bedrijven die aan Utrechtse handelsmissies deelnemen, geven bij deelname inzicht in hoe hun zaken bijdragen aan leefomstandigheden van hun zakenpartners, het milieu en een gezonde Utrechtse economie die werkgelegenheid en welzijn biedt aan de Utrechtse bevolking. De ChristenUnie wil niet dat de provincie Utrecht deelneemt aan handelsmissies waarbij bedrijven betrokken zijn die hieraan niet kunnen of willen voldoen.

De ChristenUnie kiest voor:

  • op onderdelen en in wisselende samenstellingen nauw samenwerken met andere provincies.
  • samenwerking tussen gemeenten bevorderen waar dat nodig en mogelijk is
  • expertise op onderwerpen die gedecentraliseerd zijn vanuit de provincie blijvend delen met gemeenten die daaraan behoefte hebben
  • een provincie die een faciliterende rol speelt in kennisontwikkeling op onderwerpen die voor kleinere gemeenten te groot zijn of worden, en die als kennismakelaar werkt voor excellerende regio’s.
  • een provincie die bedrijven in prioritaire sectoren ondersteunt in hun contacten met de Europese Unie en andere Europese regio’s met als doel informatie-uitwisseling. De provincie zet zich ook ervoor in dat maatschappelijke transities op het gebied van mobiliteit, energie en gezond ouder worden mede worden betaald uit Europese middelen. Omgekeerd kunnen Utrechtse bedrijven en instellingen bijdragen aan transitievraagstukken in andere Europese regio’s.
  • Investeren in maatschappelijk relevante thema’s als werkgelegenheid, veiligheid, cultuur, toerisme, demografische ontwikkeling en gezondheid.
  • Een intensivering van de inzet van Europese middelen om projecten rond infrastructuur, werkgelegenheid en betere bereikbaarheid te kunnen realiseren.
  • Utrechtse bestuurders die actief zorgen dat de Utrechtse belangen bekend zijn bij de Europese bestuurders en andere Europese beleidsmakers.
  • Het verkrijgen van Europese middelen die bijdragen aan de Utrechtse beleidsdoelen. Dat betekent dat een subsidie pas wordt aangevraagd als die past bij een Utrechts beleidsdoel, niet dat beleidsdoelen gesteld worden om geld te kunnen ontvangen.
  • leren van soortgelijke regio’s als Utrecht in Europa. Wij willen daarom dat bestuurders en ambtenaren actief leren van oplossingen die in andere regio’s worden gevonden en zoeken daartoe actief samenwerking met andere regio’s in Europa.
  • met het oog op de Brexit: actieve informatievoorziening aan bedrijven over de gevolgen van de Brexit in samenwerking met onder meer de Kamers van Koophandel en het faciliteren van instellingen die uit het Verenigd Koninkrijk wegtrekken en een nieuwe vestigingsplaats zoeken.