Klimaat en energie

Klimaat en energie

Het huidige energiesysteem is niet langer houdbaar. Het gebruik van fossiele brandstoffen is de grootste oorzaak van de wereldwijde klimaatverandering. Wij zijn echter geen verbruikers van de schepping, maar mogen deze beheren in het besef dat we met respect met haar moeten omgaan. Zo kunnen we de aarde ook op een goede manier doorgeven aan volgende generaties. Met andere woorden: goed rentmeesterschap.

Dat vraagt van ons dat we de aarde niet uitputten of overbelasten. In dat licht is het nu noodzaak voor elke overheid, ook de provincie, om stevige stappen te zetten om de energievoorziening te verduurzamen, energie te besparen en het gebruik van fossiele brandstoffen naar nul te brengen. We weten dit niet alleen vanuit de wetenschap, maar zien nu ook steeds meer in ons dagelijks leven de negatieve effecten van het veranderende klimaat. Ook merken we, weer opnieuw in 2022, dat landen gas olie en kolen gebruiken als politiek drukmiddel. Reden te meer om onze afhankelijkheid van fossiele energie af te bouwen.

De ChristenUnie heeft de ambitie dat in 2030 de uitstoot van broeikasgassen in Utrecht met ten minste 55% procent is gedaald ten opzichte van 1990 en klimaatneutraliteit in 2040 moet zijn bereikt. Dit is al een stevige opgave waarbij veel mensen en organisaties zich flink moeten aanpassen.

De klimaatopgave hoort een provinciebrede en integrale aanpak te zijn en daarmee terug te komen in elk beleidsterrein en bij elke activiteit die voorgesteld wordt. Door in te zetten op energiebesparing ondersteunen we bovendien huishoudens voor wie de energierekening een zware last is.

De provincie kan bijdragen aan een zorgvuldige omgang met de aarde door:

1. In de eigen organisatie afscheid te nemen van fossiele brandstoffen en dit ook als eis op te nemen in projecten waarvoor de provincie opdrachtgever is;

2. opwekking van duurzame energie te stimuleren, door mee te werken aan voldoende locaties voor wind- en zonne-energie, en door andere nieuwe energiebronnen als geothermie en winning van energie uit afvalwater en oppervlaktewater te ondersteunen;

3. verbinding te leggen tussen partijen die ook een bijdrage willen leveren, onder andere door actief mee te doen in de ontwikkeling van regionale energiestrategieën (RES) en indien nodig ook te sturen op de uitvoering van de afgesproken plannen, alsook bij te dragen aan het oplossen van netcongestie (overbelasting van het elektriciteitsnet);

4. zuinig omgaan met energie als uitgangspunt te nemen;

5. isolatieprogramma’s te implementeren en te bevorderen.

Verminderen uitstoot van broeikasgassen

De provincie zet vol in op energiebesparing. De hoeveelheid opgewekte duurzame energie is voorlopig beperkt en een aanzienlijk deel van de energieopwekking gaat daarom gepaard met CO2-uitstoot.

De ChristenUnie vindt dat de provincie:

  • …uit moet dragen dat de beste energie, bespaarde energie is. Daarom moet de provincie Utrecht zich aansluiten bij het Nationaal Isolatieprogramma.
  • …soepel om moet gaan met plannen van gemeenten die zorgen voor slimme koppeling van functies: warmtevoorziening maakt een belangrijk deel uit van de energietransitie. Sommige industrieën hebben permanent een overschot aan warmte, terwijl woningen die nodig kunnen hebben. Op de plekken waar bedrijven zijn die veel warmte lang zullen kunnen leveren, gaat de provincie soepel om met plannen van gemeenten om daar in de buurt woongebieden te ontwikkelen.
  • …een integrale aanpak van energiebesparing in de industrie ontwikkelt, door advisering en handhaving. Om de effectiviteit van de inzet te vergroten werkt zij samen met andere partijen, zoals gemeenten en bedrijven die vallen onder het emissiehandelssysteem ETS (ETS-bedrijven).
  • …komt met een bedrijventerreingerichte aanpak, om daar de lokale samenwerking tussen bedrijven te vergroten. De Utrechtse Omgevingsdiensten kunnen daarin ondersteunen namens de provincie.
  • …werkt in overleg met gemeenten aan instrumenten om het energiezuiniger maken van gebouwen/woningen te versnellen (onder andere door isolatie). Onderdelen daarvan zijn:
    • De provincie zoekt naar gebouwgebonden financiering voor energiebesparende verbeteringen.
    • De provincie zorgt voor beleid waar huurders van profiteren, dankzij een lagere energierekening en meer comfort.
    • Bij energiebesparende renovatie is het doel om zo snel mogelijk een energieneutraal gebouw te krijgen. Alle maatregelen moeten hierop gericht zijn. Tussenstappen mogen er niet voor zorgen dat het einddoel verder naar achteren schuift.
    • De provincie stimuleert de opleiding van vakmensen (duurzame installateurs, bouwwerknemers met kennis van isolatie, technici) om de maatregelen uit te voeren.
    • De provincie voorkomt dat woningbouwverenigingen woningen met een G-label verkopen in plaats van renoveren, bijvoorbeeld door in de prestatieafspraken op te nemen dat alleen woningen met minimaal een A-label verkocht mogen worden.
  • …zorgt ervoor dat haar fondsen voor energie en innovatie toegankelijk zijn (bijvoorbeeld door een lage rente) zodat projecten gerealiseerd kunnen worden die niet met de hulp van commerciële geldverstrekkers van de grond komen.
  • …stelt als eis bij provinciale fondsen dat projecten die hieruit gefinancierd worden bijdragen aan de energietransitie.
  • …stimuleert een omslag van de landbouw die leidt tot minder inklinking van de veenbodem.
  • … maakt in haar plannen zichtbaar wat het verwachte effect van die plannen is op de uitstoot van broeikasgassen.

Afbouw fossiele brandstoffen

We willen dat we op den duur niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Investeren in groene duurzame stroomvoorzieningen zoals wind- en zonne-energie is noodzakelijk om klimaatverandering tegen te gaan. Deze energietransitie brengt veel investeringskosten met zich mee. Maar af- en uitstel leidt op termijn ook tot kostbare of onherstelbare schade.
Daarnaast zijn we voor ons gebruik van fossiele energie veelal afhankelijk van het buitenland. Dat knelt en is risicovol. De oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat we kwetsbaar zijn voor dictaturen die energie als wapen gebruiken. Niet alleen in onze energievoorziening zijn we kwetsbaar, de prijsstijgingen leiden direct tot problemen voor onze inwoners, en dan met name hen die een slecht geïsoleerd huis hebben of een prijsstijging vanwege een laag inkomen niet kunnen dragen.

De ChristenUnie wil dat de provincie:

  • …de ontwikkeling van regionale plannen coördineert om andere energiebronnen voor de verwarming van gebouwen te gaan gebruiken dan aardgas (warmtetransitie).
  • …in de bestaande bouw inzet op een ambitieuze warmtetransitie. Regionale warmtenetten worden toekomstbestendig ontwikkeld: ze mogen uiteindelijk geen CO2-uitstoot veroorzaken.
  • …onderzoekt of het bestaande gasnetwerk voor alternatieve brandstoffen ingezet kan worden. Waterstof is een mogelijke vervanger van aardgas die veel potentie kent omdat het gasnet ervoor gebruikt kan worden. Tegelijkertijd is er nog nauwelijks aanbod van 'groene' waterstof (met duurzame energie gemaakt), waardoor waterstof op dit moment ten opzichte van andere energiedragers een achterstand heeft. De provincie werkt daarom mee aan programma's die tot doel hebben om een beter aanbod van 'groene' waterstof te verkrijgen. Pas als daar zicht op is, kan ook werk worden gemaakt van het vervangen van aardgas door waterstof. Omdat bovendien het aanbod schaars is moet worden geprioriteerd: sectoren waar op afzienbare termijn geen reëel alternatief beschikbaar is krijgen voorrang in het afnemen van (groene) waterstof.
  • …ontmoedigt vliegverkeer op niet-hernieuwbare brandstof, o.a. door grenzen aan de CO2-uitstoot te stellen van de eigen organisatie en door geen particuliere luchthaventerreinen toe te staan.
  • …stimuleert vervoer dat gebruik maakt van hernieuwbare brandstoffen of emissieloos is. In de concessies voor het openbaar vervoer wordt dit de standaard. De ontwikkeling van waterstof past hier alleen in als het waterstof aantoonbaar geproduceerd is met hernieuwbare brandstoffen.
  • …geeft zelf het goede voorbeeld in het reduceren van de CO2-uitstoot, door:
    • de eigen gebouwen uiterlijk in 2035 klimaatneutraal te hebben.
    • het eigen wagenpark uiterlijk in 2035 helemaal over te laten gaan op hernieuwbare brandstoffen of emissieloze technieken.
    • een actieplan te ontwikkelen om de hele provinciale organisatie klimaatneutraal te laten zijn in 2040.
    • nieuwe provinciale infrastructuur klimaatneutraal aan te leggen.

Opwekking duurzame energie

De provincie zet met beleidskaders en de omgevingsvisie in op een brede mix van opwekmogelijkheden; van wind op land, geothermie (aardwarmte) en grootschalige zonne-energie. Zonne-energie wekken we bij voorkeur op gebouwen op en, waar dat kan, onder voorwaarden op land. Bij dat laatste tellen biodiversiteit en inpassing in het landschap zwaar mee.

In de ontwikkeling van de Regionale Energie Strategieën (RES-sen) hebben gemeenten een grote regionale verantwoordelijkheid gekregen en de provincie ondersteunt hen daarbij. We zien dat er tot nu toe te weinig projecten echt van de grond komen. De provincie moet, als er te weinig ruimte ontstaat voor nieuwe projecten, de regie overnemen in de ruimtelijke inpassing van die energieopwekking. Dat betekent soms ook dat de besluitvorming over locaties overgenomen moet worden van een gemeente, als die er zelf niet uitkomt.

Er wordt momenteel gewerkt aan nieuwe gezondheidsnormen voor windmolens. Die normen zijn er bijna. De provincie Utrecht hoeft daar niet per se op wachten, maar kan ook zelf specifiek onderzoek doen en goed onderbouwde normen stellen als er locaties in zicht zijn.

De provincie maakt bij haar onderzoeken naar locaties gebruik van zonneladders; ze stelt kaders voor het opwekken van windenergie en zonne-energie, zodat dubbelgebruik van grond (voor bijvoorbeeld landbouw of natuur én wind- of zonne-energie) standaard is.

De ChristenUnie ziet als taak voor de provincie om:

  • …te zorgen voor regels waarin zonnepanelen op gebouwen, industrie en in “wachtgebieden” of “pauzelandschappen” voorgaan op gebruik van landbouwgrond.
  • …ervoor te zorgen dat risico’s en veiligheidsaspecten van duurzame energieopwekking (denk bijvoorbeeld aan de effecten van geothermie op de bodem en het grondwater) goed in kaart zijn gebracht en dat risico’s binnen aanvaardbare grenzen blijven.
  • …te zorgen voor kaders voor het inpassen van duurzame energieopwekking binnen het bestaande landschap. Als gemeenten weigeren mee te werken aan noodzakelijke nieuwe duurzame energieprojecten, maakt de provincie indien nodig gebruik van haar bevoegdheden om plannen door te zetten, als die aantoonbaar een bovengemeentelijk belang hebben en nodig zijn voor het behalen van klimaatdoelstellingen.
  • …een plan te maken voor opslagmogelijkheden voor (niet-fossiele) energie, zodat we het overschot aan energie dat op piekmomenten ontstaat veel efficiënter gaan gebruiken. Als de proef in de gemeente Utrecht succesvol is met het gebruik van batterijen van elektrische auto’s als opslagmedium, stimuleert de provincie de uitrol hiervan naar de rest van de provincie.
  • …leegstaande industriegebieden en “pauzelandschappen” te gebruiken voor het opwekken van zonne- en windenergie. Dit kan door voorwaarden te verbinden aan de aanleg, waarbij de pauzelandschappen voor bijvoorbeeld 20 jaar in te zetten zijn als energiepark.
  • …te stimuleren dat gronden zoals parkeerterreinen, waterzuiveringsinstallaties en ruimte langs infrastructuur zo veel mogelijk ook gebruikt worden voor de opwekking van zonne-energie. Voor provinciale wegen stellen we als voorwaarde dat geluidsschermen ook functioneren voor energieopwekking. • ...beleid te ontwikkelen om te waarborgen dat geen kinder-of dwangarbeid is ingezet bij het produceren van zonnepanelen die worden geplaatst met provinciale subsidie.

Lokaal draagvlak

De ChristenUnie vindt dat de provincie zich moet inzetten om voor zoveel mogelijk draagvlak te zorgen bij het lokaal opwekken van energie. Veranderingen in het landschap zullen onvermijdelijk zijn. Het levert echter ook veel op: we zijn niet meer afhankelijk van dubieuze regimes ver weg, we profiteren van schonere lucht en van de werkgelegenheid die de overstap naar duurzame energie ook meebrengt.

'Polderen' kan echter lang duren. Het resultaat van de trajecten van de Regionale Energiestrategieën (RES-en) is waarschijnlijk onvoldoende om de in het Klimaatakkoord afgesproken doelen te gaan halen. Die trajecten zijn eind 2022 volgens planning rond. De provincie heeft het gesprek vanuit haar ondersteunende, faciliterende en kaderstellende rol begeleid. Daarbij heeft ze niet nagelaten om in te brengen wat de doelen zijn die behaald moeten worden en op welke termijn.

Voor zowel de komende jaren áls op de langere termijn moet de provincie helder communiceren over de doelen en de uit te voeren acties. In uiterste gevallen moet de provincie - waar mogelijk nog steeds in samenspraak met de betrokken gemeenten - garanderen dat gebieden worden aangewezen voor duurzame energieopwekking. Klimaatschade in de toekomst zal groter zijn dan de lokale hinder van duurzame opwekking.

De provincie ontwikkelt ook ruimtelijke beleid voor de opslag van energie. Omwonenden worden nauw betrokken bij plannen voor windenergie en kunnen meeprofiteren van de voordelen. Ook mensen met weinig of geen financiële mogelijkheden moeten kunnen meedoen en/of meeprofiteren. We willen daarom dat uitvoering gegeven wordt aan de motie om een 'participatiefonds' te onderzoeken.

De ChristenUnie wil dat de provincie:

  • …regie pakt op de provinciale energie-infrastructuur, zoals vastgelegd in het Provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (P-MIEK). Langs die weg zorgt de provincie voor afstemming tussen gemeenten, waterschappen en netbeheerders, en helpt de provincie netcongestie stap voor stap weg te nemen.
  • …in overleg met netwerkbeheerders een kansenkaart voor duurzame energieopwekking actueel houdt, waarmee ze zowel initiatiefnemers als netwerkbeheerders richting geeft.
  • …via subsidieregelingen initiatiefnemers ruimte geeft om een minder rendabele, maar betere inpassing in het landschap mogelijk te maken. Niet grondposities, maar goede inpassing moet leidend zijn.
  • …eisen stelt aan de manier waarop initiatiefnemers samen met de omgeving zoeken naar de beste locatie, vorm en landschappelijke inpassing. Mede-eigenaarschap zorgt voor een eerlijker verdeling van de lusten en lasten en hoort daarom bij energieprojecten standaard geregeld te zijn. We streven daarbij naar minimaal 50% lokaal eigendom bij dergelijke projecten.
  • …initiatiefnemers vraagt om meerdere alternatieven voor te stellen en opties open te houden waarmee ook grondeigenaren van afgevallen locaties kunnen delen in de opbrengst.
  • …initiatieven vanuit de lokale gemeenschap krijgen voorrang boven commercieel gedreven initiatieven.
  • …meewerkt aan vervanging van oude windmolens door nieuwe. De provincie Utrecht kent een paar al wat langer bestaande windenergielocaties. Waar oudere turbines staan, zoals in Lopik, komt het moment om deze te vervangen door nieuwe dichterbij. Nieuwe windturbines produceren veel meer energie en veroorzaken minder hinder. Daarom ondersteunt de provincie dit soort trajecten.
  • …helpt bij de verdeling van ruimte op het energienet. De capaciteitsaanvraag van met name grotere bedrijven of SDE-aanvragers is in sommige delen van de provincie dermate groot dat kleinere aanvragers daardoor in het gedrang komen. De provincie kan daarin een bemiddelende dan wel informatieve rol vervullen.
  • …burgerinitiatieven voor energie ondersteunt. Het ontbreekt coöperaties vaak aan opstartkennis (moeten zelf het wiel uitvinden), projectmanagement en capaciteit voor nazorg. De provincie Utrecht kan vanwege het overzicht van verschillende trajecten als kennisbaken, facilitator en ondersteuner optreden en helpen door succesvolle coöperaties aan nieuwe initiatieven te koppelen.
  • …kijkt samen met gemeenten naar financiële voordelen voor breed gedragen projecten (bijv. korting op leges).
  • …stimuleert de professionalisering van lokale energiecoöperaties, door het subsidiëren van een gezamenlijke regionale of provinciale plaats voor kennisuitwisseling.