Bestuur

Bestuur

De ChristenUnie-politici maken deel uit van een beweging van maatschappelijk betrokken christenen die op tal van plekken in de samenleving hun geloof een stem geven. Zij bewaren hun geloof niet      voor de kerk of thuis, maar zoeken, geïnspireerd door dat geloof, naar manieren om vrede te zoeken en recht te doen in de maatschappij. Ze zijn bereid om verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken voor een betere samenleving.

Verschillende overheidslagen, één missie

Wij beseffen heel goed dat de overheid niet alle vraagstukken kan oplossen. De samenleving is niet maakbaar. De overheid is er volgens de ChristenUnie echter wel om het kwetsbare te beschermen, waar nodig regels op te stellen en vrede te stichten. We zien de zorg voor Gods schepping als onze opdracht en op basis daarvan nemen wij bestuurlijke verantwoordelijkheid. Dat leidt tot herkenbaar rentmeesterschap. De mens en zijn behoeften zien wij niet als de maat der dingen. We maken keuzes in het zoeken naar de balans tussen ecologie en economie, tussen welzijn en welvaart en tussen beschermen en benutten. We doen dat met het oog op onze kinderen en kleinkinderen en richten ons daarbij op de lange termijn. Financiën zijn volgend voor het beleid, niet bepalend of begrenzend.

Taakopvatting

De provincie heeft een aantal wettelijke taken die zich vooral richten op ruimte en economie. Deze komen weer samen in het omgevingsbeleid. Ook op cultureel gebied heeft de provincie, waar dit de lokale belangen overstijgt, een taak. Naast de wettelijke taken kan de provincie zelf bepalen welke taken zij wil aanpakken. Er is immers sprake van een open huishouding, zoals vastgelegd in artikel 124 van de Grondwet. Dat betekent dat de provincie verder zelf mag bepalen welke onderwerpen zij wil oppakken. De basisgedachte van de provincie is wel dat een taak het beste zo dicht mogelijk bij de burger kan worden uitgevoerd. De beslissing wordt bij voorkeur genomen op de plaats waar deze ook effect heeft.

In veel gevallen zal dit de gemeente zijn. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin provincies een meerwaarde kunnen leveren op taken buiten het wettelijke domein. Hier zal vooral sprake van zijn wanneer er (boven)regionale kwesties of sectoroverstijgende zaken spelen, en gemeenten niet in staat zijn de betreffende zaken aan te pakken of op te lossen. Wanneer deze situatie zich voordoet, kunnen Provinciale Staten zelfstandig besluiten om een provinciale inzet te leveren en het takenpakket uit te breiden. Zowel de grondwet als de provinciewet geven provincies deze mogelijkheid en wat de ChristenUnie betreft blijft dit zo.

Vanuit de overtuiging dat een taak het beste zo dicht mogelijk bij de burger wordt uitgevoerd, hoort het beleid rondom zorg en welzijn in de eerste plaats thuis bij de gemeente, en niet bij de provincie. Als lokaal beleid structureel de gemeentegrenzen overschrijdt, zoals bijvoorbeeld het geval is bij regionale omgevingsdiensten en ook bij regionale samenwerking of gemeenschappelijke regelingen voor jeugdzorg en maatschappelijke opvang, is het goed om te heroverwegen of deze taken wel bij de juiste overheidslaag geplaatst zijn.

De ChristenUnie vindt dat:

  • …de roeping van overheden, en dus ook de provincie is om, in dienst van God, te zorgen voor een veilige leefomgeving en daarnaast de publieke samenleving te ontwikkelen.
  • …Nederland als eenheidsstaat is ontstaan vanuit de kracht en zelfstandigheid van de provincies. Provincies moeten die regionale autonomie voortdurend inhoud geven.
  • …de provincie de gemeentelijke beleidsvrijheid zoveel mogelijk moet bevorderen. De verantwoordelijkheid voor een groot aantal taken is verplaatst van het rijk naar de gemeenten. Het gemeentebestuur heeft veel vrijheid bij de uitvoering van deze taken.
  • …de provincie het openbaar provinciaal belang moet behartigen. Dat belang is niet beperkt tot de terreinen waar de wet haar taken geeft, maar strekt zich ook uit tot domeinen waar geen wettelijke taak voor de provincie ligt. Om die reden wordt periodiek de Brede Welvaart-index toegepast. De stand van zaken op de terreinen van welzijn, duurzaamheid en (on)gelijkheid in Utrecht wordt gemonitord en beleidsinitiatieven worden vervolgens genomen.
  • ….er vertrouwen moet zijn dat de gemeenten in Utrecht hun taken goed oppakken. Daarvoor werken gemeenten ook veel met elkaar samen. Structurele samenwerking tussen gemeenten mag echter niet leiden tot verarming van de lokale democratie. Zolang de gemeenten hun taken goed uitvoeren en het democratisch proces gewaarborgd blijft, blijft de provincie op afstand. Mochten zich grote en structurele problemen voordoen, dan kan er besloten worden om deze bovengemeentelijke taken over te nemen.
  • …het provinciebestuur intensieve contacten moet onderhouden met organisaties, bedrijven en instellingen die van belang zijn voor de provinciale samenleving. Zij worden betrokken bij de beleidsbepaling.
  • …de provincie regelmatig een scan moet maken van de ‘bestuurskracht’ van de gemeenten en kijkt daarbij ook naar de samenwerkingsbereidheid van gemeenten. Maar voorstellen voor gemeentelijke herindelingen komen niet vanuit de provincie, maar van de betrokken gemeenten.
  • …provinciebesturen onder andere op grond van de Omgevingswet maximaal samenwerken met de waterschappen in het belang van duurzaam waterbeheer.
  • …het College van Gedeputeerde Staten naast de beleidssectoren ook de regio’s over de gedeputeerden moet verdelen. De Provinciale Staten bespreken daarnaast regionale vraagstukken in ‘gebiedscommissies’.

Bestuursstijl

De bestuurscultuur ligt in Nederland behoorlijk onder vuur. En dat is begrijpelijk. De overheden hebben flinke fouten gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan de Toeslagenaffaire, de afhandeling van schade als gevolg van gaswinning in Groningen en de manier waarop met de landbouwsector is omgegaan. Het vertrouwen door de burgers van de overheid lijkt af te nemen. De ChristenUnie gelooft in de kracht van de parlementaire, democratische rechtsstaat. Iedereen telt mee. Als burger en als kiezer. Dat is ons ideaal. Die rechtstaat en die democratie kan alleen bestaan bij de gratie van het vertrouwen van burgers. Dat vertrouwen moet worden teruggewonnen en versterkt.

Daarvoor bouwt de ChristenUnie allereerst zelf mee aan een nieuwe bestuurscultuur. Dat is een cultuur waarin de overheid zelf de regels en wetten goed naleeft en het vertrouwen heeft dat de burgers dat ook doen. De overheid dwingt zichzelf om met klagende burgers zo lang mogelijk in gesprek te blijven om hun probleem te begrijpen. De overheid geeft fouten snel en onomwonden toe, ook als dat geld kost. Ook moet ze zonder omwegen en proactief moet melden wanneer impopulaire besluiten genomen moeten worden en vertellen wat de redenen daarvoor zijn. De ChristenUnie pleit voor een houding die luisterend, samenwerkend, verbindend en integer is.

De ChristenUnie wil daarom:

  • …dat de adviezen van Rekenkamer(commissie)s, Ombudsman en externe Bezwaarcommissies zeer zwaar mee moeten wegen in besluiten. Overheden wijken alleen uitvoerig gemotiveerd af van dergelijke adviezen, als men daar al toe wenst over te gaan.
  • …dat de provincie gaat experimenteren met het uitdaagrecht (right to challenge), waarbij burgerinitiatieven de overheid uitdagen. Dit 'uitdaagrecht' kan verzilverd worden als zij denken deze taak beter, met meer maatschappelijk draagvlak en/of goedkoper te kunnen uitvoeren.
  • …dat de provincie de samenwerking opzoekt met gemeenten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, hogescholen en universiteiten. Samenwerking vraagt om een houding die samenwerking bevordert. Het betekent ook dat de provincie vaak zal participeren in netwerken om haar doelen te bereiken. Dit vraagt om transparantie en integriteit ten opzichte van de inzet en de te bereiken doelen, en om een duidelijke rolverdeling tussen het college van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten.
  • …een goede screening van de mensen die binnen het bestuur actief zijn om ondermijning zo goed mogelijk tegen te gaan. Daarnaast werkt de provincie samen met andere overheden. Bij enige twijfel doet ze onderzoek naar de herkomst van bezit.    
  • …een jaarlijkse integriteitsdag. Een dag waarop we met het college van Gedeputeerde Staten en Statenleden samen kijken naar het eigen handelen en tevens weer bewustwording creëren voor de risico’s van beïnvloeding van de besluitvorming door mensen of organisaties met andere belangen. Het integriteitsbeleid van de provincie wordt tenminste eenmaal in de vier jaar geactualiseerd.
  • …dat de provincie haar taken transparant, zorgvuldig en eerlijk uitvoert. De invoering van de Wet Open Overheid wordt door de provincie Utrecht om informatie sneller, eenvoudiger en breder toegankelijk te maken. Over de naleving van de wet zal de provincie de eerstvolgende 4 jaar expliciet een kort verantwoordingsverslag met PS delen.
  • …dat de provincie, samen met de VNG Utrecht, regelmatig trainingen aanbiedt aan volksvertegenwoordigers om hen te ondersteunen in hun rol, ook waar het gaat om integriteit en weerbaarheid.
  • …dat kritische zelfreflectie nodig is. Daarom maakt de provincie geld vrij voor onderzoek naar haar eigen beleid (het zogenaamde artikel 213a-onderzoek).
  • …dat de provincie erop toeziet dat elke gemeente een actieve rekenkamer heeft.
  • …dat de provincie Utrecht bekend komt te staan om de kwaliteit en expertise van haar ambtenaren. Ze biedt ruimte aan mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt om werkervaring op te doen en zorgt voor voldoende stagemogelijkheden voor studenten.

Digitalisering

Digitale technieken zijn niet meer weg te denken in samenleving en overheid. Digitalisering biedt allerlei kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. De provincie heeft een voorbeeldfunctie in hoe ze met data en cyberveiligheid omgaat.

De ChristenUnie wil daarom dat de provincie:

  • …zich actief inspant kaders en richtlijnen die gelden voor de kwaliteit van de informatiehuishouding en invulling daarvan, zoals afgesproken is met de andere provincies, na te leven. Er komt een tweejaarlijks statusoverzicht voor Provinciale Staten over de mate waarin dit is gelukt.
  • …waar mogelijk zoveel mogelijk de generieke bouwstenen van de digitale overheid gebruikt die al beschikbaar zijn. Bij grote wijzigingen in uitvoeringspraktijk en systemen zal een/de eigen concern CIO en architect advies uitbrengen over inpasbaarheid, robuustheid, risico’s, doelbereiking.
  • …bij implementatie van het DSO (digitaal stelsel omgevingswet) actief en kritisch het geluid van de provinciale taakuitoefening inbrengt, in samenspraak met collega-provincies (IPO).
  • …voor de digitale veiligheid van de eigen systemen en data inzet op versterking van de samenwerking tussen provincies, de informatiebeveiligingsdiensten van de gemeenten en het nationale Cyberveiligheidscentrum NCCS; deskundigheid op dit terrein wordt verder versterkt. Planvorming voor risicobeheersing verdient meer inzet komende jaren.
  • …actief deelneemt in vakgerichte verbanden (zoals van IPO) waar het om totstandkoming, doorontwikkeling en gebruik van inhoudelijke standaarden voor taakgerichte gegevens gaat; dat betreft in het bijzonder voor de ruimtelijk-economische data.
  • …bij beschikkingen vanaf 2026 de motivering van het besluit voorziet van een typering of beschrijving van de gebruikte onderbouwende gegevens, alsook van een toelichting op de rekenregels en modellen die zijn toegepast om tot een afweging te komen.
  • …aansluit bij ontwikkelingen binnen de digitale overheid rond zorgvuldige ontwikkeling en toepassing van algoritmen, in het bijzonder uit oogpunt van rechtsstatelijkheid (en voorkomen van onterechte vormen van discriminatie). Voor valideren en beoordelen van algoritmen zorgt de provincie voor afdoende knowhow in huis.
  • …transparant is en daarom inzicht geeft in geautomatiseerde processen en gebruik van algoritmes. De provincie houdt van al haar werkzaamheden actief en controleerbaar bij welke algoritmes zij op basis van welke informatie voor welk doel gebruikt.
  • …bij inkoop van systemen en voorzieningen een level playing field bewaakt; voor de afhankelijkheid van bestaande leveranciers wordt een risico-analyse gemaakt en periodiek geüpdatet. Open Source oplossingen voor functionele vragen worden bij aanschaf serieus op geschiktheid beoordeeld.