Maidenspeech Simone Kennedy
Tijdens de statenvergadering van 28 juni houdt Simone Kennedy haar maidenspeech. Ze doet dat bij het agendapunt over de Meerpartijenovereenkomst Zero Emissie-Bussen. Ze vertelt ook over haar eigen achtergrond, zoals gebruikelijk in een maidenspeech.
Vandaag houd ik mijn maidenspeech over een onderwerp dat besproken is in een commissie waar ik geen lid van ben. Dat is wel weer typisch voor mij: ik doe van alles en nog wat, bemoei me overal mee en vind alles interessant. Toen ik nog studeerde in Amsterdam deed ik zowel medische biologie (een brede alpha studie) als politicologie (een brede beta studie). En tijdens mijn studie leerde ik ook Russisch en had ik een reisbureau opgezet voor reizen naar de Sovjet-Unie onder Gorbatsjov (toen was er nog geen prestatiebeurs). De belangstelling voor Rusland verdween naar de achtergrond toen ik mijn man James leerde kennen en met hem naar Amerika emigreerde. Daar heb ik negen jaar gewoond in het dorp Holland, Michigan, waar elk jaar in mei een tulpenfestival is en de inwoners in Nederlandse klederdracht voor honderdduizenden toeristen de straten schrobben en de Jan Pierewiet dansen in grote optochten. Ons gezin liep dan in Spakenburgse klederdracht. We hebben daar drie kinderen gekregen, die ondertussen al volwassen zijn. Terug in Nederland ben ik 16 jaar gemeenteraadslid geweest in Amersfoort. Nadat ik aftrad, werd ik jeugdzorgmedewerker bij het Leger des Heils, maar de brede belangstelling is altijd gebleven en daarmee ook de valkuil om teveel aan te pakken. Toen ik net begon als Statenlid was ik een paar maanden eerder gevraagd om Eerste Kamerlid te worden; die termijn eindigde toen wij een maand geleden de nieuwe Eerste Kamer kozen. Daarnaast heb ik ook nog steeds mijn reisbureau. Maar ik organiseer niet langer reizen naar Rusland, maar fietsreizen voor Amerikanen door Nederland.
Toch is mijn werk niet het belangrijkste in mijn leven. Dat zijn mijn kinderen en nu vooral ook de pleegkinderen. Ik had een zoon die heel moeilijk was om op te voeden. Hij had een vriendengroep waarmee hij wodka dronk en soms drugs gebruikte in het park, waarna ze de boel vandaliseerden en soms met de politie in aanraking kwamen. Om te voorkomen dat hij een strafblad zou krijgen, hebben we die hele groep toen uitgenodigd in onze achtertuin, waar ze flink wat schade hebben aangericht. Uiteindelijk heeft mijn zoon afscheid genomen van dat gedrag, maar wij hebben sinds die tijd altijd jongeren van 15-20 jaar in huis gehad uit die vriendengroep die dakloos waren of onderdak nodig hadden. Soms formeel via een pleegzorgorganisatie, maar meestal informeel zonder enige vorm van ondersteuning. Gewoon omdat ze anders op straat zouden slapen. Veel van hen zijn afkomstig uit jeugdzorginstellingen, waar ze hun halve leven hebben doorgebracht. Velen worstelen met verslaving of criminaliteit. Al doende leer je hoe je jongeren weer de goede kant uit kunt krijgen. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Sommigen moeten eerst nog even een tijdje doorbrengen in de gevangenis, voordat ze hun houding beteren. En wie weet moeten ze ook gewoon ouder worden voordat ze verstandig worden.
Mag ik eindigen met een oproep over jeugdzorg (en dat heeft dus niets te maken met Zero-Emissie bussen): jongeren kunnen niet mentaal gezond opgroeien zonder liefde en vertrouwensrelaties. Jeugdzorgprofessionals kunnen dat niet geven, want zij veranderen van baan of stoppen het contact als de jongere verhuist. Wij zijn als naasten verantwoordelijk. Als we jongeren tegenkomen in onze omgeving die onaangepast gedrag vertonen, boos zijn of zich terugtrekken, probeer dan alsjeblieft naast die jongere te staan en een vertrouwensband op te bouwen. Dat hoeft niet door jongeren in huis te nemen, dat kan ook door hen aandacht te geven en samen leuke dingen te doen. Elke persoon in het leven van deze jongeren die zij kunnen vertrouwen, zal hen vooruit helpen in het leven.
Meerpartijenovereenkomst Zero Emissie-Bussen, 28 juni 2023
Vandaag besluiten we over de meerpartijenovereenkomst Zero-Emissiebussen, waarin de provincie ter voorbereiding op de aanbesteding van het openbaar vervoer in de provincie aan álle geïnteresseerde vervoerders een garantstelling aanbiedt om de kosten van de aanschaf van deze bussen te verminderen. Want vanaf 2028 moeten al onze bussen Zero-Emissie zijn, maar weinig vervoerders zullen in staat zijn om een lening af te sluiten bij de bank voor de aanschaf van zo’n grote vloot van 550 bussen ter waarde van 300 miljoen euro. Als de provincie deze verantwoordelijkheid op zich neemt, kan die lening wel worden afgesloten en worden de kosten voor de aanschaf van de bussen tot een minimum teruggebracht. Er ontstaat dan een gelijk speelveld voor alle vervoerders, waardoor hun bereidheid om op de aanbesteding in te schrijven toeneemt.
De commissieleden van M&M hebben dit voorstel voorbereid en de commissieleden van FAC zijn daarbij niet betrokken, hoewel de garantstelling niet past in de nota Financieringsbeleid van de provincie Utrecht. De afwijkingen zijn wel goed beargumenteerd, zoals de nota ook vereist. Maar er zijn een paar zaken die opvallen.
In de eerste plaats is een garantstelling volgens mij een toezegging van een derde partij dat hij de betalingsverplichting van een andere partij zal nakomen als die laatste in gebreke zou blijven. Maar in dit voorstel mag de vervoerder de bussen, de tank- en de laadinfrastructuur wel verwerven, maar zal de financier het bedrag tot 300 miljoen euro betalen voor deze bussen en dus eigenaar worden, en zal de provincie de kosten voldoen voor de maandelijkse leasetermijn, het onderhoud en de verzekeringspremies. Die betalingen gaan via een aparte bankrekening van de financier. De busmaatschappij kiest de bussen en moet het onderhoud regelen, maar de provincie betaalt de kosten in maandelijkse termijnen. Deze financiële constructie kan als een subsidie en als garantstelling worden verwerkt in de begroting, en de 300 miljoen euro die de bussen ongeveer zullen kosten hoeven niet in de begroting te worden verwerkt.
Het is een slimme constructie, die volgens de Statenbrief ook in andere provincies wordt toegepast, maar het is nog geen bewezen concept. De accountant is er niet over gehoord. De accountant zal pas geconsulteerd worden als er een vervoerder is die gebruik wil maken van de garantstelling, blijkt uit het antwoord op onze vragen. Maar in de nota Financieringsbeleid is de grens van het garantieplafond bepaald op € 40 miljoen. Daarvan is in 2022 al €20 miljoen gebruikt. Deze garantstelling lijkt het hele bedrag voor de financieringstermijnen, onderhoudsverplichtingen en verzekeringspremies van de bussen te garanderen, dat gaat het aanschafbedrag van 300 miljoen euro waarschijnlijk te boven. Wel is het zo dat de provincie volgens in onze ogen realistische berekeningen niet verwacht dat een beroep op de garantstelling de provincie meer dan 10 miljoen euro zou gaan kosten. Maar het garantieplafond uit de nota Financieringsbeleid wordt volgens ons met dit voorstel zeer ruim overschreden. Kan de gedeputeerde dit bevestigen?
Zonder garantstelling zullen we of geen Zero-Emissie bussen kunnen laten rijden per 2028 of we worden op hoge maandelijkse kosten gejaagd als alleen vervoerders die de financiering voor deze bussen zelf kunnen regelen zullen inschrijven op deze aanbesteding. Bovendien zullen de kosten die we nu maandelijks op ons nemen voor leasebetalingen, onderhoud en verzekeringspremies anders via subsidies aan de vervoerders worden verstrekt. We zijn dus niet tegen dit voorstel, maar vinden wel dat de financiële risico’s van dit financieringsinstrument besproken hadden moeten worden met de accountant of de FAC. Daarom willen we een motie van de volgende strekking indienen:
Als een Statenvoorstel de kaders van de Nota Financieringsbeleid overschrijdt, zal dit eerst worden aangeboden aan de Financiële Audit Commissie (FAC), die zal bepalen of nader advies nodig is van de concern controller of de accountant, voordat het ter bespreking wordt aangeboden aan de vakinhoudelijke commissie.