Stikstof: kanttekeningen bij het Nationaal Programma Landelijk Gebied
Terwijl ik dit zit te tikken denk ik terug aan ruim een week geleden. Een onrustig gevoel in mijn lichaam omdat er iets aan zat te komen. Twee brieven van twee ministers over ‘het landelijk gebied’ en een startnotitie voor een nationaal programma. En met die onrust in mijn lijf dacht ik ook aan de boerengezinnen. Als ik hier al onrustig van werd, hoe was het dan voor hen? Het artikel uit NRC in de week daarvoor maakte al duidelijk dat er grote veranderingen aan zaten te komen. Lastig om in te schatten hoe het echt zou zijn aan die duizenden keukentafels.
Ondertussen zijn we een week verder. De onrust is er niet minder om geworden. We weten nu zeker dat de opdracht van minister Van der Wal enorm is. Ook in de provincie Utrecht. Sterker nog: juist in de provincie Utrecht. Dat kwam als een enorme en onaangename verrassing. De verbazing is ondertussen wel echt weg en het is hoog tijd voor een reflectie.
De doelen
Voor ik inga op de brieven en het nationaal programma, toch maar even terug naar wat er aan de hand is. Kort samengevat zou ik zeggen dat we met zijn allen (ver) over de grenzen gaan van wat ons land en de aarde kan dragen. Als we het over stikstof hebben, horen we van de organisaties die onze natuur beheren dat die heel snel verslechtert. Door een overvloed aan stikstof blijven alleen planten over die daar goed mee om kunnen gaan en verzuurt de grond. Het zorgt voor steeds minder diverse planten, steeds minder insecten, steeds minder vogels en ga zo maar door. Een heel ecosysteem dat op de rand bungelt. Om dat te remmen is steeds meer beheer nodig van deze organisaties, maar het is niet genoeg. Voor steeds meer geld raakt de natuur in steeds slechtere staat. We dweilen met de kraan open en de dweil is te klein voor de stroom aan water.
Ik zie ook geen enkele reden om een discussie te voeren over het probleem. Iedereen die ervoor geleerd heeft en iedereen die elke dag in en met de natuur werkt ziet het. Daarbij hoort wel dat stikstof niet het enige probleem is in de natuurgebieden. Bijvoorbeeld genoeg schoon water is ook heel belangrijk. Ik pleit er namens de ChristenUnie al langer voor dat we de stikstofnorm (de ‘KDW’) niet heilig moeten verklaren. En dat doet onze provincie ook niet. Wel moeten we onze leefstijl aan gaan passen om binnen de grenzen van onze aarde te blijven. Dat lijkt mij een heldere opdracht, maar ook een hele ingewikkelde. Want dat gaat alleen met zijn allen.
De brieven en het programma
Dan kom ik ook gelijk bij de stukken van vorige week. Die gaan niet over ons allemaal, die gaan alleen over de boeren. Het is helder dat de veehouderij zorgt voor de grootste bijdrage aan de Nederlandse stikstof die in de natuur terecht komt. Ook de voorzitter van de commissie die de berekeningen en de manier van meten beoordeelde (en kritisch was), twijfelt daar niet aan. Maar dat wil niet zeggen dat zij alleen verantwoordelijk zijn voor het probleem en de oplossing.
Toch gaan de stukken alleen over de boeren. Wij missen de doelen voor de industrie, het verkeer, de luchtvaart en de scheepvaart. De stikstof die daar vrijkomt reist veel verder en zorgt mede voor een ‘stikstofdeken’ die over ons en andere landen ligt. Ook zorgt dit voor luchtvervuiling. Het nationaal programma heeft het daar wel over, maar dat komt dan begin 2023. Voor onze fractie is het niet uit te leggen dat dit niet ook meteen is gepresenteerd. We zijn met zijn allen verantwoordelijk voor het probleem, dus we zijn ook met zijn allen verantwoordelijk voor de oplossing.
We zijn ook geschrokken van de opdracht voor een enorme verlaging van de stikstofuitstoot in onze provincie. We zijn al een tijd op weg in de gebieden. Dat gaat, met alle moeilijkheden die daarbij horen, gelukkig goed. Daaruit weten we dat de verlaging van de uitstoot voor de beschermde natuurgebieden (Natura 2000 gebieden) in en langs onze provincie niet zo groot hoeft te zijn. En er wordt dus al hard gewerkt om dat te bereiken. Maar de startnotitie verhoogt het te behalen doel nu enorm. Wij snappen nog niet waarom dat is en zullen daar naar vragen.
Het zou kunnen zijn dat het te maken heeft met de andere natuurgebieden in onze provincie: het Natuur Netwerk Nederland (de NNN-gebieden). Deze zijn minder streng beschermd dan Natura 2000 gebieden (maar zijn natuurlijk wel belangrijk). De startnotitie lijkt hiervoor dezelfde doelen te stellen als voor Natura 2000. Ik schrijf hier ‘lijkt’, omdat de startnotitie daar niet zo heel duidelijk over is. Ook daar zullen we naar vragen.
Wat voor ons ook belangrijk en (op zijn zachts gezegd) heel vervelend is, is dat er nog steeds geen duidelijkheid is voor allerlei bedrijven die sinds een aantal jaar plotseling illegaal zijn. Toen de rechter in 2019 de Programmatische Aanpak Stikstof (het PAS) als ongeldig beoordeelde, waren er heel veel bedrijven die op basis daarvan geen vergunningen hoefden aan te vragen. Zij hoefden bijvoorbeeld alleen maar te melden dat zij een bedrijf hadden en hadden dat netjes gedaan. Doordat het PAS ongeldig bleek, waren deze zogenoemde PAS-melders plots illegaal. Dit terwijl zij zich altijd netjes aan de wet hadden gehouden. Een verantwoordelijkheid dus van de overheid om dat op te lossen wat ons betreft. Al vrij snel werd al beloofd dat dat probleem opgelost zou worden, maar die oplossing is er nog altijd niet. Al die bedrijven hebben netjes gehandeld en zitten nu al jaren in onzekerheid.
Hoe verder
Wat voor de ChristenUnie duidelijk is: we moeten vooruit. De brief van minister Staghouwer probeert dat perspectief helder te maken. Met alle ingewikkelde taal en zinnen in die brief moest ik een beetje met mijn ogen knijpen, maar volgens mij staat daar een perspectief dat al heel lang de koers is van de provincie Utrecht. Een ontwikkeling naar kringlooplandbouw met duidelijke randvoorwaarden. De weg daarnaartoe is nog niet helder, wordt dat niet met deze brieven en zal ook niet makkelijk zijn. We missen hier echt een concreet en grijpbaar perspectief met een heldere route daarnaartoe. Wij horen van boeren dat het ook zorgt voor meer onzekerheid in plaats van minder.
Er is dus nog ongelooflijk veel werk aan de winkel, maar de inzet van mij en onze fractie is om dat samen met alle betrokkenen te doen. Wij willen werken aan een gezonde natuur in onze provincie die samen bestaat met een gezonde boerensector.
Wil je reageren of wil je in gesprek met mij over dit onderwerp? Dat mag en kan. Mail dan naar: hans.de.harder@provincie-utrecht.nl.