Evaluatie Chinabeleid
De provincie Utrecht heeft sinds 1995 een vriendschapsband met de Chinese provincie Guangdong. De Utrechtse gedeputeerde economie gaat regelmatig voor een handelsmissie naar Guangdong, waarbij hij de mensenrechten ter sprake brengt. Is dat voldoende? De Utrechtse staten debatteren op woensdag 18 november 2020 over deze vriendschapsband. Met het oog daarop publiceren we onze inbreng in de eerste termijn.
De ChristenUnie heeft kennisgenomen van het statenvoorstel en de stukken die zijn aangeleverd met betrekking tot de evaluatie van het Chinabeleid. Ik ben normaal niet zo van de Bijbelcitaten – al was het maar omdat je met een klein citaat altijd context tekort doet – maar sta mij toe vandaag een klein stukje uit Psalm 26 te citeren:
Met bedriegers zit ik niet aan, met huichelaars ga ik niet om,
ik haat de kring van slechte mensen, met wettelozen wil ik niet aan tafel.
Voor de ChristenUnie-fractie is het klip en klaar: Xi Jinping en de andere leden van zijn communistische partij zijn beslist niet onze vrienden. Niet op nationaal niveau, niet provinciaal niveau en niet op gemeentelijk niveau. Wij willen, zolang Oeigoeren en anderen structureel onderdrukt worden – zo er geen genocide plaatsvindt – en mensenrechten en internationale arbeidsstandaarden (ILO) met voeten worden getreden, helemaal niets met de Chinese overheid te maken hebben. Mensen van de Chinese communistische partij zijn niet de mensen waarmee je om wilt of kunt gaan. Tegelijkertijd denken wij enerzijds dat gedachten en handelen van de Chinese Communistische Partij op geen enkele manier onze samenleving mag beïnvloeden en dat het anderzijds goed zou zijn voor China en de Chinezen als gedachten en handelen van de Chinese Communistische Partij radicaal zouden hervormen. Op het eerste hebben wij door ons eigen handelen wel invloed, op het tweede aanzienlijk minder.
De ChristenUnie heeft de presentatie van de voormalig Nederlandse ambassadeur op 22 januari 2020 op het Provinciehuis met plaatsvervangende schaamte aangehoord. Economie is niet waardenvrij en zal dat nooit zijn, handel drijven met China is onder de huidige omstandigheden naar ons oordeel wel waardenloos. Dat willen wij niet. Het is schokkend dat de Nederlandse overheid blijkbaar zo aan misstanden voorbij kan en wil lopen. De enige twee positieve geluiden die wij hoorden op 22 januari waren wat ons betreft van Amnesty International en het Corderius College. Omdat deze twee partijen actief opkomen voor mensenrechten respectievelijk het persoonlijk contact zoeken met individuele Chinezen. Dat is constructief, vrij van waardenloos winstbejag.
Evaluatie van beleid zou normaal gezien moeten toezien op doelgerichtheid en doelmatigheid. Vragen als ‘wat hebben we bereikt’, in kwantitatieve en kwalitatieve vorm komen dan aan de orde. De discussie over de relatie met China moet echter veel fundamenteler gevoerd worden. Wat ons betreft gaat het nu niet om doelgerichtheid en doelmatigheid maar om: willen we dit? Het gaat niet om evaluatie van het beleid zelf, maar om de ethische vraag of we dit beleid zouden moeten willen of kunnen verantwoorden. Kunnen wij verantwoorden dat wij door handel te drijven meedoen met onderdrukking, kunnen wij verantwoorden dat wij door politici te bezoeken genocide legitimeren? Op deze vragen zouden wij graag van het College een nadere beschouwing horen. En over deze vragen gaan wij graag met andere fracties in debat.
De ChristenUnie is een optimistische en constructieve partij. Wij zijn niet tegen internationale handel, wij zijn niet tegen China en wij zijn niet tegen Chinezen. Wij zijn wel tegen onderdrukking, uitbuiting en genocide. Wij zijn vóór respect, vóór vrijheid, vóór mensen in hun waarde laten of laten komen. Dat maakt het voor ons onbestaanbaar te handelen met vertegenwoordigers van de Chinese Communistische Partij. En dat maakt hele strikte voorwaarden aan bedrijven die wel met China handelen noodzakelijk.
Wij zien dat het college in het statenvoorstel een stap in de goede richting heeft gezet en dat waarderen wij. Maar het gaat ons nog lang niet ver genoeg en in de huidige vorm zullen wij zeker tegen het voorstel stemmen. De ChristenUnie overweegt nog de tekst van een amendement en eventueel aanvullende moties. Die hangen ook af van het gesprek in de commissievergadering en eventueel de mogelijkheden die wij met elkaar kunnen bereiken. Wij stellen de commissie daarom reeds in eerste termijn voor te concluderen tot een groot debat in de Staten.
Jeroen van Oort