Christelijk-sociale mobiliteit

ov arne uit lowres IMG_1898.jpg
1 Arne Schaddelee Profielfotos liggend 001.jpg
Door Arne Schaddelee op 16 oktober 2020 om 15:45

Christelijk-sociale mobiliteit

Eenzaamheid en identiteit, wat hebben die te maken met mobiliteit? Kort geleden mocht Arne Schaddelee bij een ontbijtbijeenkomst een antwoord geven op die vraag. Met een christelijk-sociale visie, juist op mobiliteit.

Christelijk-sociale mobiliteit

Eenzaamheid en identiteit, wat hebben die te maken met mobiliteit? Kort geleden mocht ik bij een ontbijtbijeenkomst een antwoord geven op die vraag. Met een christelijk-sociale visie, juist op mobiliteit.

Als je niet mobiel bent, dan is ontmoeten nogal lastig en ligt eenzaamheid op de loer. Vervoersarmoede is de beleidsterm die we daarbij hebben bedacht. Daar kunnen sociale problemen een rol bij spelen, maar ook lichamelijke beperkingen of financiële en maatschappelijke vraagstukken. Je kunt niet komen waar je zou willen komen. Dat maakt meedoen moeilijk en eenzaamheid groter.

Wat doen we daar aan als provincie? Het begint met bewustwording. De bus is voor veel mensen een levensader, naar het werk, de markt of oma. Geen bus is geen mobiliteit, is vervoersarmoede. Ook waar angst een rol speelt, ontstaat vervoersarmoede. Bij verkeersonveiligheid en sociale veiligheid waardoor mensen, soms op specifieke tijdstippen, de deur niet uit durven. Het ontbreken van betrouwbaar vervoer, betaalbaarheid of fysieke toegankelijkheid en gezondheid.

Schaalvergroting is ook een element. Als je het streekziekenhuis sluit omdat er vijftien kilometer verderop een groter en beter ziekenhuis is, dan lijkt dat reuze efficiënt vanuit oogpunt van zorg. Maar voor groepen mensen vergroot je hun probleem rondom vervoersarmoede. Die vijftien kilometer is een drempel die niet iedereen makkelijk overziet. Een zieke moeder krijgt daardoor minder bezoek, of erger, mensen gaan voor zichzelf zorg mijden omdat ze niet weten hoe ze er moeten komen.

Hier raakt vervoersarmoede aan eenzaamheid en nabijheid.

Tijd speelt ook een rol. Er is een forse vervoersongelijkheid tussen autobezitters en autolozen, vooral wat betreft de verplaatsingstijd. De auto gaat vaak sneller. Dat het OV langer doet over eenzelfde traject is natuurlijk niet altijd waar, maar bovendien geen natuurwet. Daar liggen politieke keuzes onder. In Utrecht komen daarom steeds meer snelle busbanen. Zo heeft de auto niet langer het monopoly op de snelste route, maar reserveer je de schaarse ruimte vooral voor bus, tram, trein en fiets.

De mobiliteitstransitie is een speerpunt van het provinciale mobiliteitsbeleid. Daarbij gaat het over gezondheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en de sociale functie van ons openbaar vervoer. Het aanpakken van vervoersarmoede is daarin belangrijk.

De provincie Utrecht heeft een grote slag te maken. Na een eerste verkenning voeren we nu verdiepend onderzoek uit. De uitkomsten daarvan zijn voor mij belangrijke input voor de komende jaren.

Ondertussen experimenteren we. Zo zijn er verschillende flexibele OV-concepten waarmee de provincie wijken en gebieden extra OV wil bieden, juist daar waar het eigenlijk financieel niet uit kan. We werken met gemeenten samen rondom de regiotaxi. Utrecht is nog de enige provincie die bij de regiotaxi actief betrokken is. Na 2023 moeten gemeenten dit overnemen. Tot die tijd is er 8 miljoen euro beschikbaar voor experimenten rondom doelgroepenvervoer. Met de gemeente Utrecht starten we bijvoorbeeld een pilot om mentale drempels voor OV weg te nemen. In die pilot reizen vrijwilligers samen met mensen die mentale drempels ervaren.

In ons reguliere OV experimenteren we ook. Zo gaan we een pilot starten waarin ouderen met een krappe beurs gratis van het OV gebruik kunnen maken. Ik vind het belangrijk dat we zo als provincie oefenen met manieren waarop we ons OV sociaal inzetten.

Identiteit & mobiliteit

Dan de brug naar de Bijbel. Hoe komen we daar?

We hebben niet iets als christelijke auto’s of bussen. De bus naar de EO-jongerendag of het reformatorische Van Lodenstein College in Amersfoort valt niet onder die definitie. En de evangelisatiebus op de markt ook niet.

Christelijk fietsen of wandelen? Henoch wandelde met God, lezen we in de Bijbel. En op de Zondagschool leerde ik wat een christelijke ‘handel en wandel’ zou moeten zijn. Opvallend trouwens hoe vaak Jezus juist wandelingen gebruikte voor een goed gesprek met zijn discipelen.

In de Bijbel wordt wat afgereisd. Over de zee, door de woestijn. Per schip, te voet en met wagens en paarden. Van Jona tot Johannes en van Mozes tot Paulus. Je kunt bepaald niet zeggen dat de Bijbel tegen reizen is. De Bijbel wil zelfs een ‘licht op ons pad’ zijn. Als het goed is zijn we dus gelovig op weg.

Tegelijk, vanuit oogpunt van rentmeesterschap kun je kritische noten kraken over onbegrensde mobiliteit. Sake Stoppels, lector aan de CHE, stelde recent in een opinieartikel in Trouw dat de aarde onze grenzeloosheid niet aan kan. Geografische nabijheid noemde hij een zegen.

Ik ben dat met hem eens. Vanuit oogpunt van duurzaamheid en verspilling is er weinig christelijks aan de hoeveelheid tijd, geld en milieuschade die we kennelijk over hebben voor al ons rondreizen.

In relatie tot eenzaamheid wil ik echter nog een andere insteek kiezen. Elkaar kunnen bereiken is een basisvoorwaarde tegen eenzaamheid. Juist vanuit christelijk perspectief. Voor mij is ‘liefde’ een centraal thema in het christelijk geloof. Dat gaat in essentie over verbindingen en verbondenheid tussen mensen. Mobiliteit maakt die verbondenheid mogelijk.

We hebben geen christelijke bussen, fietsen en bermen. Voor mij heeft zorg voor gezonde mobiliteit, de hele mobiliteitstransitie waar ik voor sta, alles te maken met mijn geloof en de Bijbel. De Bijbel draagt mij op om God lief te hebben en vanuit die liefde ook de mensen om mij heen lief te hebben, net als alles wat leeft en beweegt. Vanuit die zorg voor mens en natuur zijn de lijntjes naar gezondheid en leefbaarheid heel kort.

Juist het tegengaan van eenzaamheid, of positief geformuleerd, het mogelijk maken van ontmoetingen, het verbinden van mensen: dat motiveert mij het meest. Daar zit voor mij qua identiteit de kern, daar klopt het hart van een christelijke visie op mobiliteit.

Dat geeft een andere blik op de weg. Het is een mooi stukje asfalt waar je fijn over kunt rijden.

Rijkswaterstaat zou zeggen: je kunt erover van A naar B. Maar ik zeg: vul daar namen in, want mobiliteit brengt mensen bij elkaar. En daarin ligt voor mij de échte bestemming. Mobiliteit zorgt voor verbínding. Tussen mensen. Tegen eenzaamheid.

Arne Schaddelee