Polder Groot Mijdrecht Noord: een ingewikkeld vraagstuk

donderdag 18 januari 2007 19:42

Op 17 januari 2007 hebben provinciale staten, zeg maar de de gemeenteraad van de provincie, een bijeenkomst voor bewoners van de polder Groot Mijdrecht Noord georganiseerd. Dit om van de bewoners te vernemen welke consequenties de uitvoering van de plannen voor de bevolking zal hebben.

Op 5 februari zal Provinciale Staten zich uitspreken over het besluit van Gedeputeerde Staten. Ter voorbereidng daarop vindt op 22 januari 2007 een commissievergadering plaats. Daarop vooruitlopend heeft de fractie van de ChristenUnie in Provinciale Staten een aantal vragen neergelegd bij het college van GS, ook naar aanleiding van de hooravond op 17 januari. De vragen treft u onderstaand aan.

Vragen ChristenUniefractie Provinciale Staten Utrecht, aan het College van Gedeputeerde Staten, inzake besluit GS over fixatie en verhoging van het peil en de verdere mogelijkheden in de polder Groot Mijdrecht Noord, mede naar aanleiding van hooravond 17 januari 2007 in Mijdrecht

Onderstaand treft u een tweetal soort vragen aan. Bovenaan de vragen die direct bij ons leven, vervolgens een aantal vragen die bij de bewoners leven en die naar ons inzicht ook op enigerlei wijze van een antwoord moeten worden voorzien, of waarmee het college rekening zou kunnen houden in haar verdere communicatie.

1. Naar wij begrepen is het voorgelegde besluit over het peil primair bedoeld als signaal naar Den Haag, om forse hoeveelheden geld ter beschikking te krijgen voor de verdere vormgeving en uitvoering van de plannen met Groot Mijdrecht. Vraag 1: om hoeveel geld gaat het dan? Vraag 2: Wat is de zekerheid dat dit geld er ook zal komen? Vraag 3: Indien de staten zouden besluiten niet in te stemmen met uw voorstel, wat zijn dan de consequenties voor de plannen?

2. Naar wij begrepen is het laatste peilbesluit van het Waterschap in 1990 genomen. Dit zou een fixatie van het peil zijn. Klopt dit voor de gehele polder, of zijn er verschillen in de peilvakken?

3. Naar wij begrepen zijn de kwaliteitseisen van de Kader Richtlijn Water mede bepalend geweest voor de ontwikkeling van de plannen. Gisteren werd door een bewoner gesteld dat de staatssecretaris gemeld zou hebben dat de maatregelen om aan de kaderrichtlijn te voldoen pas in 2027 genomen zouden moeten zijn. Dat zou betekenen dat er geen sprake is van urgentie. Kunt u bevestigen of dit bericht juist is, en zo ja, wat hiervan de gevolgen zijn voor de voorliggende besluiten?

4. Ondanks alle uitleg gaan alle bewoners ervan uit dat de volgende keus voorligt: of alles laten zoals het nu is, of omvorming van de PGMN in een plas. Het besluit van het niet meer peilverlagen maakt de zaak voor hen alleen maar onduidelijk. Waarom niet een GS besluit van: tot 2012 Plan de Venen en daarna een plas waarbij wordt aangegeven dat iedereen de schade die hij lijdt vergoed krijgt?

5. Volgens de bewoners komt er bij de strategie plas een plas met zout water. Daar zitten we toch niet op te wachten. Snijdt deze stelling hout?

6. Waarom niet alleen het oostelijk deel met een bodem van veen op zand bestemming plas en het westelijk deel met een klei op zand gewoon houden zoals het nu is?

7. Verschuift het probleem van de zoute kwel en de wellen niet naar de Polder Eerste Bedijking en het deel Polder Groot Mijdrecht Zuid als Groot Mijdrecht Noord plas wordt? Zijn hier adequate technische oplossingen voor? Zijn deze dan ook niet toepasbaar op PGMN?

8. De LTO acht het besluit van het niet verder peilverlagen in de PGMN ondanks alle toelichting een wurgconstructie; het betekent in hun ogen "gewoon uitroken". Hoe is er met de LTO over het besluit gecommuniceerd, ook op 17 januari nog? Is er een verslag van die bijeenkomst beschikbaar?

9. Naar wij begrpen heeft GS expliciet besloten tot een inkomens-garantieregeling voor de boeren actief in PGMN. Graag ontvangen wij een exacte formulering van dat besluit.

10. Er is onder de bewoners sterke twijfel aan de gestelde bodemdaling in de PGMN. Men ervaart die bodemdaling uit de rapporten niet zo. De rapportage over het peilverloop van het hoogheemraadschap bevestigt hun ervaring. Een rapportage van TNO die kennelijk ooit is gemaakt wordt gewantrouwd. Kunt u ons (en de bewoners)de beschikking geven over de meetgegevens en de rapporten waarop onderstaande teksten zijn gebaseerd?

 

Uit de rapportage Voorverkenning Wateropgave De Ronde Venen (2005):

2.2.2 Bodem

De bodem daalt steeds verder in de veengebieden (ook de diepe polders Groot Mijdrecht en Wilnis Veldzijde hebben voor een groot deel veenbodems), maar niet overal met hetzelfde tempo. Uit een vergelijking met een hoogtemeting van 1886 blijkt dat alle veenweidegebieden tussen Vinkeveen, Wilnis en Breukelen in de periode van 1886 tot 1960 ca. 60 tot 90 cm zijn gedaald. Na de ruilverkaveling rond 1975, toen in veel gebieden het peil flink werd verlaagd, is in een deel van dit gebied een versnelling opgetreden. De snelheid van daling loopt op tot ca. 1 cm per jaar.

Ook de kleiige diepe polders dalen nog steeds, hoewel minder snel dan de veenweidegebieden. Van de polder Derde Bedijking is bekend dat de bodem daalt met 0,6 cm per jaar. Recent is uit vergelijking van recente en historische maaiveldmetingen berekend dat de bodem in het zuidelijk deel van de polder Groot Mijdrecht met een vergelijkbare snelheid daalt en het noordelijk deel zelfs sneller (ca. 0,9 cm per jaar).

Uit: Verkenning Water Groot Mijdrecht Noord, november 2006

2 Waterproblematiek

De bodem daalt en is instabiel.

Groot Mijdrecht is een diepe droogmakerij die 6 meter beneden NAP ligt. De bodem bestaat deels uit veen, deels uit klei. De bodem is de laatste decennia met gemiddeld 0,8 centimeter per jaar gedaald. Hierdoor verslechtert de drooglegging. In figuur 1 is het  effect van de maaivelddaling van 1960 tot nu in beeld gebracht. In beide situaties is huidige peil geplaatst in het maaiveld van het betreffende jaar. Behalve aan de randen van de polder is de drooglegging fors verminderd. De bodem blijft dalen. Om agrarisch gebruik op de lange termijn te faciliteren is peilverlaging nodig.

 

Figuur 1. Effect van maaivelddaling: berekende drooglegging (cm onder maaiveld) bij het huidige peil in 1960 (links) en nu (rechts). In het oostelijk deel bestaat de grond overwegend uit veen, in het westelijk deel meer uit klei. In het oostelijk deel van de polder zijn in de blauw gekleurde gebieden nu al knelpunten voor agrarisch gebruik en bij doorzettende maaivelddaling in de loop van de komende decennia ook in de groen gekleurde gebieden. In het westelijk deel van de polder zijn nu knelpunten voor agrarisch gebruik in de blauw én de groen gekleurde gebieden en in de loop van de komende decennia ook in de geel gekleurde gebieden. In het overgrote deel van de polder wordt landbouw geleidelijk aan onmogelijk.

 

De hoogteverschillen met het omliggende gebied zijn groot. De deklaag is relatief dun en daardoor licht en de bodem kent een lage weerstand voor waterstroming. De grote opwaartse druk van het grondwater zorgt daarom op veel plaatsen voor opbarsting en vorming van wellen (Foto 1, 2 en 3). Bij opbarsting wordt de bodem omhooggeduwd door de druk van het kwelwater. De kweldruk en het hoge zoutgehalte van het kwelwater zijn in vergelijking met andere polders in West Nederland zeer groot (zie figuur 2).Vragen die zijn gesteld tijdens de hoor-avond, die we gaarne voorleggen aan het college om mee te nemen in hun verdere communicatie met de bewoners van Groot Mijdrecht.

GS en ambtenaren hebben ooit toegezegd dat er in december 2006 duidelijkheid zou zijn over de toekomst van de polder en over het geld. Nu is er geen plan, alleen een soort van doodsverklaring. Graag een reactie hierop. 3000 woningen vanwege een icoonproject. Mag toch niet vanwege regels voor het Groene Hart? Lijkt erop dat er achter de plannen voor water een woninglobby zit. Graag een overtuigende inhoudelijke reactie op deze suggestieve gedachte. Uit tellingen van de agrarische natuurvereniging blijkt dat de grutto in de PGMN en in Wilnis de laatste jaren toeneemt. Ook hieraan dus geen reden te ontlenen om de polder onder water te zetten. Toch? Voor Waverhoek zijn in kader van Plan de Venen recent kostbare maatregelen genomen. Bij niet verder verlagen van waterpeil en op termijn verhogen is dat dan toch weggegooid geld?

Wat zeurt u toch over waterkwaliteit? Volgens medewerkers van Waternet is de waterkwaliteit in de PGMN de laatste jaren sterk verbeterd. Habiforum heeft zich ook ingezet voor plas in de Horstermeerpolder. Kon daar volgens hen ook niet later. Plannen echter afgeblazen. Waarom dan hier ook niet afblazen?

Kees van Kranenburg

Jef Landman

ChristenUnie

18 januari 2007

« Terug

Archief > 2007 > januari

Geen berichten gevonden