Constructief debat en excuses over Vernieuwde Regionale Tram (VRT)
Op woensdag 12 januari 2022 debatteerde Provinciale Staten naar aanleiding van het rapport van de Randstedelijke Rekenkamer (RRK) over de Vernieuwde Regionale Tramlijn. Aanleiding voor het rapport was de vertraging rond dit project waardoor de tram lange tijd niet reed.
De fractie van de ChristenUnie is geschrokken van de bevindingen en conclusies. Het rapport schetst een beeld van een organisatie die verkokerd tewerk ging en een college dat onvoldoende werd geïnformeerd.
In de aanloop naar het debat stelde de ChristenUnie schriftelijke vragen. De beantwoording hiervan was eerlijk en transparant. In het debat werd deze lijn voortgezet en stak het college nadrukkelijk de hand in eigen boezem door excuses te maken. De aanbevelingen van de RRK worden overgenomen en geïmplementeerd. Er werd duidelijk gemaakt dat de Provincie een lerende organisatie is. Dit was voor de Staten voldoende. Moties waarin de inzet van de gedeputeerde werd afgekeurd haalde het dan ook niet.
Hieronder leest u de volledige bijdrage van de ChristenUnie tijdens het debat.
"De fractie van de ChristenUnie is geschrokken van de bevindingen en conclusies van de RRK in haar rapport over de Vernieuwde regionale tramlijn. Dit zeer heldere rapport geeft een duidelijk beeld van de wijze waarop is omgegaan met verschillende verantwoordelijkheden.
- Het proces voor het verkrijgen van de indienststellingsvergunning voor de SUNIJ-lijn;
- De mate waarin is nagegaan of de aanbevelingen van onderzoeken naar het project Uithoflijn ook van toepassing zijn op het project VRT;
- De vertaling van aanbevelingen naar relevante maatregelen;
- De wijze van interne communicatie binnen de organisatie en met het college.
Het zijn voorbeelden van een organisatie die verkokerd te werk ging en procedures stelde boven het belang van de inwoner/reiziger en onvoldoende politiek sensitief was. Het college werd structureel onvoldoende en te laat geïnformeerd, waardoor zij niet tijdig kon ingrijpen.
Toen in 2020 de gevolgen van deze werkwijze duidelijk werden, werd dit door het college gedeeld met de staten. Maar minstens zo belangrijk was dat werd ingegrepen. En de organisatie ging er mee aan de slag. Dat verdient na de constateringen uit het verleden toch ook waardering. De organisatie is een lerende organisatie gebleken.
Onze fractie heeft verschillende schriftelijke vragen gesteld, o.a. over de governance rond het project VRT. Dank voor de beantwoording hiervan. De antwoorden geven een duidelijk beeld en zijn bovendien open er eerlijk. Onze fractie constateert dat dit college sinds haar aantreden heeft geprobeerd meer zicht te krijgen op het project VRT. Toen dat betere zicht ontstond is ook ingegrepen.
Blijft de vraag of de in het rapport gesignaleerde verkokerde cultuur een exclusief probleem was van het trambedrijf, of dat er sprake is van een breder probleem. Er waren immers ook andere organisatieonderdelen betrokken bij de informatievoorziening aan het college en aan de staten. Hoe kijkt het college hiernaar?
Onze vraag aan het college is hoe zij de bevindingen, conclusies en aanbevelingen van de RRK beoordelen. Welke conclusie trekt het college hier uit? Welke oplossingen zien zij voor de gesignaleerde problemen. Heeft het college er vertrouwen in dat het lerend vermogen van de organisatie groot genoeg is, zodat een met de VRT vergelijkbare situatie in de toekomst wordt voorkomen? En wat is daar voor nodig?
De inwoners en hun reisbehoefte zijn bij het VRT-project – onbedoeld - op het tweede plan geraakt. Hoe zet dit college de belangen van haar inwoners weer voorop? De ‘bedoeling’ van procedures is om die belangen veilig te stellen. Hoe zorgt dit college er voor dat breed in de organisatie wordt gewerkt vanuit die bedoeling?
Arjan Koerts