Informatie over geuroverlast Bunschoten
Tijdens de commissievergadering van 3 september hebben de statenfracties van ChristenUnie en VVD een serie vragen gesteld over stankoverlast in Bunschoten. De gedeputeerde heeft enkele vragen mondeling beantwoord en hij beloofde een schriftelijke reactie op alle vragen. Vandaag kregen we alle antwoorden binnen.
Informatie over geuroverlast Bunschoten
Tijdens de commissievergadering van 3 september hebben de statenfracties van ChristenUnie en VVD vragen gesteld over stankoverlast in Bunschoten. De gedeputeerde heeft enkele vragen mondeling beantwoord en hij beloofde een schriftelijke reactie op alle vragen. Vandaag kregen we de antwoorden binnen. Hieronder volgt eerst het antwoord van de vijf vragen van de ChristenUnie, daarna het antwoord op de dertien vragen van de VVD.
RONDVRAAG MME 3-9-2012
Vanuit Bunschoten krijgen we berichten over ernstige stankoverlast, die door de biovergistingsinstallatie van Van de Groep zou zijn veroorzaakt. Over deze geurhinder heeft de Statenfractie van de ChristenUnie een serie vragen.
Kees de Heer
ChristenUnie
1. Hoeveel klachten uit Bunschoten heeft de provincie Utrecht in het afgelopen jaar binnen gekregen? Kunnen wij een compleet en actueel overzicht ontvangen?
Van 1 januari 2012 t/m 20 augustus 2012 heeft de provincie 113 klachten ontvangen. Een compleet en actueel overzicht zal opgestuurd worden (gegevens worden per ommegaande aan de CU gemaild).
2. Veel klagers zeggen dat er helemaal niets met hun klachten is gedaan. Geeft de provincie op de een of andere manier informatie terug aan de indieners van de klachten? Zo niet, waarom niet?
Wanneer klagers hun klacht doorgeven via de provinciale milieuklachtentelefoon of het milieuklachtenformulier op de website van de provincie, en zij geven daarbij aan een terugkoppeling te wensen, dan wordt daar gevolg aan gegeven. Als de klager vraagt om een terugkoppeling over de bevindingen, dan wordt deze gegeven. In de dagelijkse praktijk maken wij via de media geen melding over situaties bij bedrijven. Zoals gezegd, informeren wij alleen de betreffende klager(s) naar aanleiding van diens/hun klacht.
3. Welke maatregelen heeft de provincie Utrecht in het afgelopen jaar genomen naar aanleiding van de stankklachten vanuit Bunschoten? Welke extra maatregelen kan de provincie nu nog meer nemen?
Wij hebben (nog) geen concrete maatregelen in juridische zin (bestuursdwang) getroffen omdat het bedrijf begin dit jaar forse maatregelen heeft getroffen om de geuroverlast te beperken (een ombouwing met ontgeuringsinstallatie). Dit is gebeurd op eigen initiatief van het bedrijf (dus zonder bestuursdwang). Deze aanvullende voorziening was niet verplicht op grond van de geldende vergunning. Op dit moment is de overkapping net gereed en is het inregelen van de apparatuur nog niet klaar. Wij hadden al een positief resultaat verwacht. Dit kan mogelijk nog enkele weken duren. Wij hebben in ieder geval een klachtenvalidatie uitgevoerd door middel van locatiebezoeken. Onze bevindingen hebben wij desgewenst aan de klagers teruggekoppeld. Bij een locatiebezoek in Bunschoten wordt ter plekke gecontroleerd wat de windrichting is. Door eigen waarneming van de controleur wordt vastgesteld wat voor geur er hangt en waarnaar dit te herleiden is. Dit wordt vastgelegd in een verslag. Thans beraden wij ons op mogelijke vervolgstappen. Hiervoor zal onomstotelijk vast moeten staan dat het bedrijf van de eigenaar, de heer A. van de Groep, de enige veroorzaker van de geuroverlast is, en dat de normen in de vergunning worden overschreden en wat de maatregelen zijn die het bedrijf verder nog kan treffen. Wij zitten hier boven op. De provincie zal door een extern onderzoeksbureau een onderzoek laten uitvoeren naar alle geurbronnen in de omgeving. Ook zullen wij het RIVM vragen of zij in staat is na te gaan of hetgeen door het bedrijf van V.d. Groep wordt uitgestoten, eventueel gevolgen kan hebben voor de gezondheid van omwonenden. Tenslotte zullen wij in de plaatselijke media nog eens uiteenzetten hoe de provincie uitvoering geeft aan haar handhavende taak op dit punt. Wij blijven in de tussentijd alle klachten controleren en bespreken die met de bedrijfsleiding. Mocht uit de te starten onafhankelijke onderzoeken blijken dat A. van de Groep vergunningvoorschriften of wettelijke normen overtreedt, dan zullen wij onverkort handhavend optreden.
4. De provincie gaat nu zelf geuronderzoeken doen. Wanneer worden deze geuronderzoeken uitgevoerd en wanneer zijn de resultaten bekend?
Zoals onder punt 3 is aangegeven, beraden wij ons op de preciese onderzoeksmogelijkheden, onze rol daarin, het aantal te onderzoeken objecten en de participanten. Aan ons is de taak om het aandeel vast te stellen van de overlast die A. van de Groep veroorzaakt. Mogelijk is er sprake van meerdere veroorzakers van geuroverlast. De meeste klachten betreffen Van de Groep. Dit is een provinciale verantwoordelijkheid. De kwaliteit van de leefomgeving in de gemeente Bunschoten-Spakenburg is een verantwoordelijkheid van de gemeente zelf. Hieronder vallen vele zaken zoals geluidhinder, fijn stof en ook geur. Het is in dit licht voor de provincie niet zinvol om alleen te meten wat de geuroverlast op een bepaald punt is. Dat zegt alleen wat over de ‘algemene kwaliteit van de leefomgeving’ en niet iets over de mate waarin Van de Groep geuroverlast veroorzaakt. We willen dus een breed opgezet onderzoek waaruit onomstotelijk valt af te leiden wat de bron van de geurhinder is. Afhankelijk daarvan kan worden opgetreden.
5. De inwoners van Bunschoten horen blijkbaar erg weinig over de maatregelen die de provincie Utrecht in het afgelopen jaar heeft genomen naar aanleiding van de stankklachten. Is de gedeputeerde bereid om daar een voorlichtingscampagne voor te organiseren? Ziet het college van GS mogelijkheden om deze voorlichting op zeer korte termijn te geven? Kunnen alle indieners van geurklachten op korte termijn worden geïnformeerd?
Ja, wij zullen onze informatieverstrekking uitbreiden (zie ook ons antwoord onder punt 3) via meer algemene gremia zoals internet en krant en mailing. Hierin zullen wij aangeven wat de stand van zaken is en hoe men klachten aan ons kan melden. Een vertegenwoordiging van klagers wordt op korte termijn uitgenodigd voor een gesprek op ambtelijk niveau. Er zijn verder op ambtelijk niveau contacten met belangenbehartigers uit Bunschoten.
Vragen naar aanleiding van het artikel van De Telegraaf en de uitzending van RTV Utrecht van 23 augustus 2012 omtrent de stankoverlast inBunschoten-Spakenburg.
Naar aanleiding van het artikel van De Telegraaf en in de uitzending van RTV Utrecht omtrent de stankoverlast in Bunschoten-Spakenburg heeft de VVD een aantal vragen voor de rondvraag.
In berichtgevingen van De Telegraaf wordt gemeld dat de ervaringen met stankloverlast waar mevrouw Van Diermen last van heeft, gedeeld wordt door het volledige dorp. Ik ben in Spakenburg in gesprek geweest met een flink aantal bewoners. Uit die gesprekken blijkt dat er veel verschil is in de beleving van de geuroverlast. Het verschil is vreemd omdat buren tegengestelde waarnemingen hebben als het gaat om stankoverlast. Waarvan er één persoon aangeeft dat het “niet te harden” is en het wel twee tot drie keer per week raak is, meldt zijn/haar buur dat er misschien een of twee keer per jaar geuroverlast is waar te nemen maar niet hevig genoeg is om het te kwalificeren als stankoverlast.
Er wordt aangenomen dat de stankoverlast veroorzaakt wordt door A. van de Groep & Zn BV en haar Biogasinstallatie. Uit navraag blijkt dat er niet met 100% zekerheid kan worden gewezen naar A. van de Groep. Ook omdat de geur van de overlast verschillend wordt gedefinieerd; bewoners hebben verschillende waarnemingen van mestlucht, vislucht, rioollucht tot aan chemische afvallucht. De stankoverlast is dus niet eenduidig.
Het is voor de VVD van belang om met 100% zekerheid te weten waar de stankoverlast vandaan komt om daarna te kijken of er een oplossing kan komen.
Zohair el Yassini
VVD
1. Zijn er metingen geweest in het dorp waarin middels meetgegevens duidelijk is dat er stankoverlast is? Kan dit college met deze meetgegeven aangeven wat de bron van de stankoverlast is en dus waar het exact vandaan komt?
Nee, er zijn nog geen metingen uitgevoerd in het dorp. Tot op heden hebben wij de klachten alleen gecontroleerd en beoordeeld of ze valide zijn.
2. Als er nog geen meetgegevens zijn, wanneer kunnen we het onderzoek verwachten?
Thans beraden wij ons op mogelijke vervolgstappen. Hiervoor zal onomstotelijk vast moeten staan dat het bedrijf van de eigenaar, de heer A. van de Groep, de enige veroorzaker van de geuroverlast is, en dat de normen in de vergunning worden overschreden en wat de maatregelen zijn die het bedrijf verder nog kan treffen. Wij zitten hier boven op. De provincie zal door een extern onderzoeksbureau een onderzoek laten uitvoeren naar alle geurbronnen in de omgeving. Ook zullen wij het RIVM vragen of zij in staat is na te gaan of hetgeen door het bedrijf van A. v.d. Groep wordt uitgestoten eventueel gevolgen kan hebben voor de gezondheid van omwonenden. Wij beraden ons nog op de preciese onderzoeksmogelijkheden, onze rol daarin, het aantal te onderzoeken objecten en de participanten. Aan ons is de taak om vast te stellen wat de overlast is die A. van de Groep veroorzaakt. Mogelijk is er sprake van meerdere veroorzakers van geuroverlast. De meeste klachten betreffen Van de Groep. Dit is een provinciale verantwoordelijkheid.
De kwaliteit van de leefomgeving in de gemeente Bunschoten-Spakenburg is een verantwoordelijkheid van de gemeente zelf. Hieronder vallen vele zaken zoals geluidhinder, fijn stof en ook geur. Het is in dit licht voor de provincie niet zinvol om alleen te meten wat de geuroverlast op een bepaald punt is. Dat zegt alleen wat over de ‘algemene kwaliteit van de leefomgeving’ en niet iets over de mate waarin Van de Groep geuroverlast veroorzaakt. We willen dus een breed opgezet onderzoek waaruit onomstotelijk valt af te leiden wat de bron van de geurhinder is. Afhankelijk daarvan kan worden opgetreden.
3. Kan dit college aangeven wat exact de geur/stank is.
De geurbeleving is subjectief. De beleving van bewoners en toezichthouders van de provincie is uiteenlopend. De toezichthouders hebben geconstateerd dat er mogelijk meerdere veroorzakers zijn naast Van de Groep.
4. Is er een causaal verband tussen stankoverlast en windrichting?
Er is tot nu toe geen causaal verband aan te wijzen tussen stankoverlast en windrichting.
5. Kan dit college gebieden aanwijzen waar de stankoverlast niet vandaan kan komen (elimineren van verdachte gebieden)? Kan dit college dit ondersteunen met meetgegevens?
Nee, dit kunnen wij niet aanwijzen en niet ondersteunen d.m.v. meetgegevens. Onze bevoegdheid ligt in het verlengde van activiteiten van bedrijven waar wij het bevoegd gezag voor zijn. Wij toetsen effecten van deze activiteiten op de omgeving. Een algeheel onderzoek betreffende het totale gebied van de gemeente ligt niet binnen de scope van onze bevoegdheden. Zie echter ook ons antwoord onder vraag 2.
6. Kan het college vertellen of de normen welke zijn afgesproken in de milieuvergunning welke is afgegeven aan A. van de Groep zijn overschreden?
Er is tot op heden nog niet geconstateerd dat de normen worden overschreden. Uit eigen waarneming van de toezichthouders zou van de Groep de vermoedelijke veroorzaker kunnen zijn van de geurklachten. Er is overigens ook enkele malen geconstateerd dat klachten niet tot Van de Groep te herleiden waren. Uit nader onderzoek zal moeten blijken wat de oorzaak is van de huidige geuroverlast (zie ook ons antwoord onder vraag 2). Het meten van geurhinder is moeilijk te objectiveren. Er zijn overigens in Bunschoten nog meer geurbronnen in de directe omgeving waar de gemeente bevoegd gezag voor is.
7. Is het waar dat A. van de Groep extra maatregelen heeft getroffen buiten de vergunningseisen om eventuele overlast tegen te gaan?
Ja, van de Groep heeft flink geïnvesteerd in het plaatsen van een ombouwing met ontgeuringsinstallatie om de geuroverlast te beperken. Dit is gebeurd op eigen initiatief van het bedrijf (dus zonder bestuursdwang). Deze aanvullende voorziening was niet verplicht op grond van de geldende vergunning. Op dit moment is de overkapping net gereed en is het inregelen van de apparatuur nog niet klaar. Deze installatie heeft een inregeltijd nodig om naar behoren te kunnen functioneren.
8. Kan het college bevestigen dat er in totaal 113 klachten zijn ontvangen betreffende de stankoverlast in Spakenburg? Zo nee, hoeveel klachten heeft de provincie ontvangen?
Ja, dat kunnen wij bevestigen. Ze zijn ingediend vanaf 1-1-2012. Er zijn klagers die meerdere klachten per dag indienen. Tevens hebben wij deze week een lijst met ongeveer honderd handtekeningen ontvangen van burgers uit Bunschoten betreffende geuroverlast.
9. In welke periode zijn de klachten binnengekomen?
Vanaf januari 2012, met een zichtbare toename vanaf medio juni 2012.
10. Kan het college aantonen dat de klachten per melddag zich concentreren in een gebied dat overeenkomt met de windrichting van dezelfde melddag of zijn de klachten per melddag verspreid over het hele dorp?
Nee, dat is nog niet aangetoond.
11. Kan het college vertellen wat er met de klachten is gebeurd en of bewoners terugkoppeling hebben ontvangen van de provincie met betrekking tot hun klacht?
De bewoners die klagen via de provinciale milieuklachtentelefoon of het milieuklachtenformulier van de website van de provincie, krijgen wanneer zij dat wensen een terugkoppeling. De toezichthouder bezoekt Bunschoten en desgewenst de klager. Ter plekke wordt gecontroleerd wat de windrichting is. Door eigen waarneming wordt vastgesteld wat voor geur er hangt en waarnaar dit te herleiden is. Dit wordt vastgelegd in een verslag.
12. Volgens bewoners is er vanuit de provincie geen voorlichting of terugkoppeling gegeven naar aanleiding van de klachten omtrent de stankoverlast en eventuele onderzoeken. Kan dit college dit bevestigen?
Zie antwoord op vraag 11. Wij zullen onze informatieverstrekking uitbreiden via meer algemene gremia zoals internet en krant en mailing. Hierin zullen wij aangeven wat de stand van zaken is en hoe men klachten aan ons kan melden. Een vertegenwoordiging van klagers wordt op korte termijn uitgenodigd voor een gesprek op ambtelijk niveau. Er zijn verder op ambtelijk niveau contacten met belangenbehartigers uit Bunschoten.
13. Wat heeft dit college gepland staan aan voorlichting, terugkoppeling van klachten en informatie naar de bewoners toe?
a. Voorlichting via lokale media;
b. Een brief met nadere toelichting aan de klagers;
c. Op ambtelijk niveau wordt een gesprek gevoerd met een vertegenwoordiging van de klagers.